Financiële uitgangspunten

Indexering

Loonkostenindex en materiële kostenindex

Terug naar navigatie - Loonkostenindex en materiële kostenindex

Voor de indexering wordt aansluiting gezocht bij de Macro Economische Verkenning 2022 die in september 2021 wordt gepubliceerd. We gebruiken daaruit voor de loonkostenindex de loonvoet sector overheid en voor de materiële kostenindex de prijs netto materiële overheidsconsumptie (imoc). Deze reeks is vastgelegd in de financiële verordening van de gemeente Son en Breugel. De gemeenschappelijke regelingen Veiligheidsregio Brabant Zuidoost, GGD Zuidoost Brabant, Metropoolregio Eindhoven en Omgevingsdienst Zuidoost Brabant gebruiken deze ook.

Voor 2023 e.v. gaan we voor de loonkostenindex uit van 2,5% en voor de materiële kostenindex uit van 1,9%. Als we deze cijfers tegen het meerjarenperspectief van de vorige begroting afzetten dan geeft dit een stijging van de loonkosten van 0,7% en stijgen de (materiële) budgetten met 0,4%. De financiële gevolgen worden meegenomen in de begroting. Net als bij de meerjarenbegroting 2022-2025 wordt het eerste begrotingsjaar bijgeraamd en voor de jaren daaropvolgend wordt een stelpost geraamd.

Gewogen kostenontwikkeling

Terug naar navigatie - Gewogen kostenontwikkeling

Omdat de begroting voor ongeveer de helft bestaat uit salariskosten en voor de helft uit materiële budgetten bestaat, wordt voorgesteld om beide indexen voor 50% mee te laten tellen in de gewogen kostenontwikkeling en deze op 1 cijfer achter de komma af te ronden. Dit resulteert in een percentage van 2,2% voor de meerjarenbegroting 2023-2026.

De gewogen kostenontwikkeling is dan het percentage dat gebruikt wordt voor het verhogen van OZB-tarieven en leges. 
Ten opzichte van de meerjarenbegroting 2022 – 2025 betekent dat een stijging van 0,55%.

Overige uitgangspunten

Rekenrente

Terug naar navigatie - Rekenrente

In de meerjarenbegroting 2023-2026 hanteren wij rentepercentages conform berekeningswijze BBV. Dat betekent dat de percentages voor 2023 berekent worden op basis van de vastgestelde beginsaldi van de balans per 1-1-2022 en de begrote standen per 1-1-2022.