Financiële uitgangspunten

Indexering

Loonkostenindex en materiële kostenindex

Terug naar navigatie - Loonkostenindex en materiële kostenindex

Voor de indexering wordt aansluiting gezocht bij de Macro Economische Verkenning 2021 die in september 2020 wordt gepubliceerd. We gebruiken daaruit voor de loonkostenindex de loonvoet sector overheid en voor de materiële kostenindex de prijs netto materiële overheidsconsumptie (imoc). Deze reeks is vastgelegd in de financiële verordening van de gemeente Son en Breugel. De gemeenschappelijke regelingen Veiligheidsregio Brabant Zuidoost, GGD Zuidoost Brabant, Metropoolregio Eindhoven en Omgevingsdienst Zuidoost Brabant gebruiken deze ook.

Voor 2022 e.v. gaan we voor de loonkostenindex uit van 1,8% en voor de materiële kostenindex uit van 1,5%. Als we deze cijfers tegen het meerjarenperspectief van de vorige begroting afzetten dan geeft dit een daling van de loonkosten van 1,0% en blijven de (materiële) budgetten nagenoeg gelijk. De financiële gevolgen worden meegenomen in de begroting. Net als bij de meerjarenbegroting 2021-2024 wordt het eerste begrotingsjaar bijgeraamd en voor de jaren daaropvolgend wordt een stelpost geraamd.

Gewogen kostenontwikkeling

Terug naar navigatie - Gewogen kostenontwikkeling

Omdat de begroting voor ongeveer de helft bestaat uit salariskosten en voor de helft uit materiële budgetten bestaat, wordt voorgesteld om beide indexen voor 50% mee te laten tellen in de gewogen kostenontwikkeling en deze op 1 cijfer achter de komma af te ronden. Dit resulteert in een percentage van 1,65% voor de meerjarenbegroting 2022-2025.

De gewogen kostenontwikkeling is dan het percentage dat gebruikt wordt voor het verhogen van OZB-tarieven en leges.
Ten opzichte van de meerjarenbegroting 2021 – 2024 betekent dat een daling van 0,7%.

Overige uitgangspunten

Rekenrente

Terug naar navigatie - Rekenrente

In de meerjarenbegroting 2022-2025 hanteren wij rentepercentages conform berekeningswijze BBV. Dat betekent dat de percentages voor 2022 berekent worden op basis van de vastgestelde beginsaldi van de balans per 1-1-2021 en de begrote standen per 1-1-2021.