De fysieke leefomgeving kent diverse abstractieniveaus.
In het programma Fysieke en Veilige leefomgeving komen vooral de tactische en operationele kant van de leefomgeving aan de orde. Het programma Economische en Ruimtelijke ontwikkeling richt zich meer op de visie en de strategische kant van deze leefomgeving.
Er is natuurlijk wel overlap tussen de programma’s omdat de scheidslijn tussen het strategische en het tactische abstractieniveau niet zo scherp is. Een voorbeeld daarvan is het onderwerp natuur en landschap: enerzijds hebben we een visie en sluiten we qua strategie aan bij lopende regionale ontwikkelingen (‘Dommeldal uit de verf’ en Van Gogh Nationaal Park), anderzijds moeten we ook natuur en groen aanleggen en onderhouden.
Door visievorming op het ruimtelijk beleid en de uitvoering daarvan leveren we een bijdrage aan een levendig, groen en vitaal dorp en een gezonde en leefbare leefomgeving. Onze strategische inzet richt zich vooral op ons regionaal handelen en de doorwerking daarvan naar het lokale niveau.
Dit programma richt zich ook op de duurzame economische structuur van de gemeente.