Toelichting op de financiële positie

Inleiding
In deze paragraaf wordt kort toegelicht welke uitgangspunten zijn gebruikt voor de berekeningen in deze meerjarenbegroting.

 

Algemene uitkering
In meerjarenperspectief wordt door het Rijk rekening gehouden met een bepaalde groei van het areaal per maatstaf. Voor de berekening van de algemene uitkering in meerjarenperspectief wordt hierbij aangesloten.

 

Kostendekkende tarieven
Voor de tarieven van rioolheffing, afvalstoffenheffing en leges wordt als uitgangspunt een kostendekkendheid van 100% gehanteerd.

 

Onroerende Zaakbelasting (OZB)
Bij de berekening van de ramingen voor de OZB in meerjarenperspectief wordt aangesloten bij de toename of afname van de WOZ-waarden. De totale OZB-opbrengst neemt, naast de indexering, toe met de areaaluitbreiding gebaseerd op het woningbouwprogramma van onze gemeente.

 

Indexen
Voor de begroting 2023 en verder zijn de volgende indexen gebruikt. Deze zijn vastgesteld bij de kadernota 2022 in uw vergadering op 6 juli 2022:

Loonkostenindex en materiële kostenindex

Voor de indexering wordt aansluiting gezocht bij de Macro Economische Verkenning 2022 die in september 2021 wordt gepubliceerd. We gebruiken daaruit voor de loonkostenindex de loonvoet sector overheid en voor de materiële kostenindex de prijs netto materiële overheidsconsumptie (imoc). Deze reeks is vastgelegd in de financiële verordening van de gemeente Son en Breugel. De gemeenschappelijke regelingen Veiligheidsregio Brabant Zuidoost, GGD Zuidoost Brabant, Metropoolregio Eindhoven en Omgevingsdienst Zuidoost Brabant gebruiken deze ook.


Voor 2023 e.v. gaan we voor de loonkostenindex uit van 2,5% en voor de materiële kostenindex uit van 1,9%. Als we deze cijfers tegen het meerjarenperspectief van de vorige begroting afzetten dan geeft dit een stijging van de loonkosten van 0,7% en stijgen de (materiële) budgetten met 0,4%. De financiële gevolgen worden meegenomen in de begroting. Net als bij de meerjarenbegroting 2022-2025 wordt het eerste begrotingsjaar bijgeraamd en voor de jaren daaropvolgend wordt een stelpost geraamd.

 

Gewogen kostenontwikkeling

Omdat de begroting voor ongeveer de helft bestaat uit salariskosten en voor de helft uit materiële budgetten bestaat, wordt voorgesteld om beide indexen voor 50% mee te laten tellen in de gewogen kostenontwikkeling en deze op 1 cijfer achter de komma af te ronden. Dit resulteert in een percentage van 2,2% voor de meerjarenbegroting 2023-2026.


De gewogen kostenontwikkeling is dan het percentage dat gebruikt wordt voor het verhogen van OZB-tarieven en leges. Ten opzichte van de meerjarenbegroting 2022 – 2025 betekent dat een stijging van 0,55%.

 

Rente

In de meerjarenbegroting 2023-2026 hanteren wij rentepercentages conform berekeningswijze BBV. Dat betekent dat de percentages voor 2023 berekent worden op basis van de vastgestelde beginsaldi van de balans per 1-1-2022 en de begrote standen per 1-1-2022.

 

Renteschema %
Bespaarde rente over voorziening verliesgevende complexen bouwgrond 2,00%
Rente grondexploitatie 0,92%
Rente activa 1,00%

In de paragraaf financiering is het totaal van de rente en doorberekening van de rente opgenomen.