Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf financiering in de begroting en de jaarstukken is in het BBV en in de wet Fido verplicht gesteld. Financiering is de manier waarop wij de benodigde geldmiddelen aantrekken en (tijdelijke) overtollige geldmiddelen beleggen. Dit gebeurt binnen de wettelijke kaders van het BBV en de wet Fido. Naast deze wetgeving geldt voor de gemeente een Treasurystatuut. Dit statuut bevat regels om de financieringsfunctie te sturen, beheersen en controleren. De bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-. Door de afronding op duizendtallen kunnen er afrondingsverschillen ontstaan.

Conform het nieuwe BBV moet deze paragraaf inzicht geven in de rentelasten en -baten, het renteresultaat, de financieringsbehoefte en de wijze waarop rente wordt toegerekend aan investeringen, grondexploitaties en projecten. Toerekening aan de taakvelden is gedaan met de rentepercentages die hieronder zijn genoemd.

Interne- en externe ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Interne- en externe ontwikkelingen

De ECB heeft in 2023 een strak monetair beleid gevoerd en de rentetarieven vijf keer verhoogd.

De EMU-tekortruimte voor gemeenten in 2023 is vastgesteld op -/- 0,27% BBP.
De individuele EMU-referentiewaarde voor Son en Breugel is voor 2023 vastgesteld € 1.732.000,-. Dit betreft geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat de gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft.

Omschrijving 2023
1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves -788
2 Mutatie (im)materiële vaste activa -9.583
3 Mutatie voorzieningen -247
4 Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) -1.550
5 Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa 0
EMU-saldo -12.168

De renteberekening voor activa mag conform BBV 25% afwijken op basis van begroting en werkelijkheid. De bouwgrondexploitaties wordt bij de jaarrekening op werkelijke basis toegerekend.

Renteschema Begroting Realisatie
Bespaarde rente over voorziening verliesgevende complexen bouwgrond 2,00% 2,00%
Rente grondexploitatie 0,92% 0,91%
Rente activa 1,00% 0,70%

In onderstaand schema is het renteresultaat berekend volgens BBV:

Renteschema 2023
De externe rentelasten over de lange financiering 232
De externe rentelasten over de korte financiering 65
De externe rentebaten -34
Saldo rentelasten en rentebaten 263
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 15
De rentebaten van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend -17
De rentelasten van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 21
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 19
Rente over eigen vermogen 0
Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) 132
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 1+2+3) 415
De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) -435
Renteresultaat op het taakveld treasury (4+5) -20

Het genoemde renteresultaat komt terug op het taakveld treasury, maar is niet het enige resultaat op dat taakveld. Ook bijvoorbeeld ontvangen dividend wordt geraamd op het taakveld, maar maakt geen onderdeel uit van het renteschema.

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

Beleidsvoornemen financiering.
Het beleid van 2023 is erop gericht om de financieringsbehoefte af te dekken met kortlopende financiering om flexibel te blijven in de ontwikkelingen van de financieringsbehoefte. We houden daarbij rekening met de kasgeldlimiet, die bepaalt dat de gemiddelde vlottende schuld over 3 maanden gezien, in beginsel niet boven de 8,5% van het begrotingstotaal mag uitkomen. 

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

De overheid heeft twee instrumenten bepaald voor het toetsen van het renterisico, namelijk: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet vormt de bovengrens waarmee een tijdelijk liquiditeitstekort gefinancierd kan en mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort een structureel karakter draagt moet een langlopende geldlening worden aangetrokken. Wanneer voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden, moet de toezichthouder hiervan op de hoogte worden gesteld. Ook moeten we de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring voorleggen aan de toezichthouder. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal.

Stap Omschrijving Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Bepalen toegestane kasgeldlimiet
Omvang begrotingstotaal 47.116 47.116 47.116 47.116
Percentage regeling 8,50% 8,50% 8,50% 8,50%
1 Toegestane kasgeldlimiet 4.005 4.005 4.005 4.005
Vlottende korte schuld
Opgenomen gelden < 1 jaar 1.000 4.267 3.333 8.667
Schuld in rekening courant 1.169 735 289 0
Gestorte gelden door derden < 1 jaar 13 12 12 12
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld 0 0 0 0
2 Totaal vlottende korte schuld 2.182 5.014 3.635 8.679
Vlottende middelen
Contante gelden in kas 17 13 7 5
Tegoeden in rekening courant 0 407 377 2.912
Overige uitstaande gelden < 1 jaar 0 0 0 0
3 Totaal vlottende middelen 17 420 383 2.916
4 Totaal netto vlottende schuld (2-3) 2.165 4.594 3.251 5.762
Ruimte(+)/Overschrijdingen(-) (1-4) 1.840 -589 754 -1.757

Renterisiconorm
De renterisiconorm stelt een grens aan het te lopen renterisico op de vaste schuld. De risiconorm houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het begrotingstotaal (zie tabel hieronder).

Stap Omschrijving
1 Renteherzieningen 0
2 Aflossingen 1.599
3 (1+2) Renterisico 1.599
4 Begrotingstotaal 47.116
5 Percentage regeling 20%
6 (4 x 5) Renterisiconorm 9.423
7 Ruimte(+)/Overschrijdingen(-) 7.824

In 2023 is de renterisiconorm niet overschreden.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Een belangrijk onderdeel van het financieringsbeleid vormt de omvang, flexibiliteit, gemiddelde looptijd en rentegevoeligheid van de leningenportefeuille. De leningenportefeuille van de gemeente ziet er als volgt uit:

Opgenomen langlopende leningen
Leningverstrekker Looptijd Rente Oorspronkelijk 1-1-2023 31-12-2023
Van t/m
Prov. NB 2018 2033 1,13% 1.014 760 695
Prov. NB 2018 2033 1,18% 761 571 357
Prov. NB 2019 2034 1,28% 507 413 0
Prov. NB 2019 2034 1,33% 254 207 0
BNG 2022 2042 1,72% 14.000 14.000 13.300
Totaal 16.536 15.951 14.352