Lokale heffingen

Omschrijving (toelichting)

Excel-tabel

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf geeft een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen op hoofdlijnen.

Vanaf 1-1-2024 is de uitvoering van de Wet WOZ en de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen met inbegrip van kwijtschelding via een dienstverleningsovereenkomst (DVO) onder gebracht bij de Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB).
In dit licht zijn alle werkwijzen en processen beoordeeld. Het beeld van de Waarderingskamer was dat een aantal zaken verbeterd moest worden. De WOZ-waarden voldeden wel aan de wettelijk gestelde eisen, maar op onderdelen moest wel een verbetering doorgevoerd worden. Dit zat met name op afhandeling bezwaarschriften en beoordeling objectkenmerken.

Vervolgens werd in de eerste maanden van 2024 door de BSOB extra ingezet op afhandeling van bezwaarschriften. De achterstand werd weggewerkt, maar dit heeft wel een dubbel negatief effect gehad op de jaarrekening 2024. Er werden voor het aanslagjaar 2023 alsnog bezwaren toegekend wat voor die panden leidt tot een lagere WOZ-waarde voor 2023 maar ook voor 2024 en de jaren daarna.


Daarnaast werd in 2024 door de BSOB ingezet op de zogenaamde bestandsoptimalisatie. Er werden voor objecten (met name bouwterreinen en in aanbouw zijnde woningen en niet-woningen) alsnog aanslagen opgelegd. Uiteraard moest voor de extra verrichte werkzaamheden van de BSOB (via Dienst Dommelvallei) betaald worden, maar dit zijn eenmalige kosten terwijl de doorgevoerde verbeteringen zorgen voor structurele meeropbrengsten.

De extra meeropbrengsten waren voor 2024 net zo hoog geraamd als de extra kosten. Uiteindelijk waren de werkelijke kosten iets lager dan geraamd. De meeropbrengsten waren 17% lager dan de werkelijke kosten. En de hierboven genoemde inhaalslag in de afhandeling van ingediende bezwaarschriften heeft ook een negatief effect gehad op de totale OZB-opbrengst.

De bestandsoptimalisatie is voor 80% gerealiseerd. De overige 20% wordt begin 2025 afgerond. 

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Bij het heffen en invorderen van belastingen zijn we onder meer gebonden aan:

  • de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR);
  • de Algemene wet bestuursrecht (Awb), (inclusief de algemene beginselen van behoorlijk bestuur);
  • de Invorderingswet 1990;
  • de Gemeentewet;
  • diverse uitvoeringsbesluiten.

 

De wet geeft duidelijke kaders aan voor de heffing, invordering en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.

 

Het tarievenbeleid is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • Geen algemene lastenstijging. De gemiddelde lasten voor de inwoners mogen niet meer toenemen dan de inflatiecorrectie. Lastenverzwaring voor inwoners blijft achterwege en indien enigszins mogelijk zullen we de tarieven van de gemeentelijke belastingen en/of leges verlagen;
  • Streven naar kostendekkendheid in de tariefstelling voor leges en retributies;
  • Het profijtbeginsel bij de overige heffingen hanteren.

 

In overeenstemming met de beleidsuitgangspunten, bepaald in de begroting, zijn de tarieven over 2024 als volgt aangepast:

  • Bij de OZB is 5,20% inflatiecorrectie toegepast. Bij de berekening van het tarief is rekening gehouden met de WOZ-waardeontwikkeling;
  • Leges en tarieven zijn verhoogd met de inflatiecorrectie (5,20%);
  • De tarieven voor afvalstoffenheffing en de rioolheffing is gebaseerd op 100% kostendekkendheid waarbij rekening is gehouden met een zo reëel mogelijke inschatting van zowel de baten- als de lastenontwikkeling binnen het meerjarenperspectief 2024-2027. 

 

Definitieve (formele) vaststelling van de diverse belastingtarieven vond plaats door vaststelling van de belastingverordeningen tijdens de behandeling in de raadsvergadering van 8 november 2023.

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelastingen (OZB)

We heffen op grond van artikel 220 van de Gemeentewet twee directe belastingen op de onroerende zaken die binnen de gemeente liggen, de zogenaamde onroerendezaakbelastingen (OZB):

  • Een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;
  • Een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

De gemeente is verplicht huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. Op grond van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer en de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten wordt afvalstoffenheffing geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente verplicht is huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

 

Reinigingsrechten worden geheven van niet-woningen (bedrijven) die hebben aangegeven gebruik te maken van de inzameldienst voor huishoudelijke afvalstoffen. Het betreft hier geen bedrijfsafval.

 

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

Op grond van artikel 228a van de Gemeentewet wordt een rioolheffing geheven. De rioolheffing wordt opgelegd aan de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect via de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De tarieven van de rioolheffing worden zodanig vastgesteld dat de geraamde kosten niet boven de geraamde baten uitkomen. We streven er naar dat de kosten voor 100% worden gedekt door de opbrengsten uit de heffingen.

 

Per 1 januari 2020 is de gedifferentieerde rioolheffing ingevoerd. De differentiatie bestaat uit een afvalwater- en hemelwatercomponent. De afvalwaterheffing is een gebruikersheffing. De hemelwaterheffing is een eigenarenheffing. De hemelwaterheffing is een heffing met een vast bedrag van € 50,-. Doel van de differentiatie van de rioolheffing en het invoeren van de hemelwaterheffing is om bewoners en bedrijven mee te laten werken aan het klimaatbestendig maken van hun omgeving en goed gedrag te belonen in de vorm van een financieel voordeel.

Kostendekkendheid afvalstoffenheffing en rioolheffing

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid afvalstoffenheffing en rioolheffing

Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording zijn gemeenten verplicht inzichtelijk te maken hoe bij de berekening van tarieven en heffingen wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. De tarieven mogen dus hoogstens kostendekkend zijn. Daarnaast moeten we de beleidsuitgangspunten die ten grondslag liggen aan deze berekeningen vermelden en de manier waarop we deze uitgangspunten bij de tariefstellingen hanteren.


Met onderstaande tabel verantwoorden we of de heffingen (afvalstoffenheffing en rioolheffing) inderdaad kostendekkend zijn geweest, ofwel of de werkelijke baten de gerealiseerde lasten niet hebben overschreden. Per heffing worden de totale baten en lasten en het gerealiseerde dekkendheidspercentage weergegeven.

Dekkendheid rioolheffing 2024
Riolering taakveld 7.2
Beheer en onderhoud riolering 895.182
Kapitaallasten 292.217
Mutatie voorziening -185.960
Totaal kosten riolering taakveld 7.2 1.001.439
Toerekenbare kosten vanuit andere taakvelden
Overhead taakveld 0.4 212.032
Kwijtschelding taakveld 6.3 25.422
Straatreiniging taakveld 2.1 125.635
Watertaken taakveld 5.7 59.633
BTW taakveld 0.11 194.705
Totaal toerekenbaar 617.427
Totaal lasten 1.618.866
Opbrengst rioolheffing taakveld 7.2 1.617.996
Overige opbrengsten taakveld 7.2 870
Baten totaal taakveld 7.2 1.618.866
Dekkendheidpercentage riool 100%
* De omzetbelasting rekenen we conform artikel 229B van de Gemeentewet toe. Deze toerekening is het gevolg van de invoering van het Btw-compensatiefonds in 2003. Vanaf dat moment werd de Btw compensabel en werd tegelijkertijd het gemeentefonds hiervoor verlaagd.
Dekkendheid afvalstoffenheffing 2024
Afval taakveld 7.3
Lasten milieustraat 688.894
Lasten overige afvalstromen 1.634.362
Kapitaallasten 4.769
Mutatie voorziening* -371.664
Storting voorziening compensatie Attero 0
Totaal kosten afval taakveld 7.3 1.956.361
Toerekenbare kosten vanuit andere taakvelden
Overhead taakveld 0.4 139.794
Kwijtschelding taakveld 6.3 48.568
BTW taakveld 0.11** 418.187
Totaal toerekenbaar 606.549
Totaal lasten 2.562.910
Baten afvalstoffenheffing taakveld 7.3 2.362.782
Baten milieustraat -12.151
Baten overige afvalstromen 212.279
Baten totaal 2.562.910
Dekkendheidpercentage afval 100%

Kostendekkendheid leges

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid leges

Wanneer de gemeente een bepaalde dienst levert, kunnen daarvoor leges worden geheven. De tarieven worden jaarlijks vastgesteld in de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening. Net als riool- en afvalstoffenheffing moeten de tarieven dusdanig worden vastgesteld dat de geraamde baten niet boven de geraamde lasten uitkomen. De verschillende leges die worden geheven, worden in principe jaarlijks verhoogd met de daarvoor geldende inflatiecorrectie. Bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals voor reisdocumenten, moet rekening gehouden worden met van rijkswege gestelde maximumtarieven.


Er mag geen winst gemaakt worden. Voor deze heffingen wordt gestreefd naar een 100% kostendekkend tarief.

 

Kostendekkendheid leges

Op grond van het besluit van 5 maart 2016 in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moeten gemeenten verplicht inzichtelijk maken dat de tarieven en heffingen hoogstens kostendekkend zijn. De geraamde baten mogen de geraamde lasten niet overschrijden.

 

Per hoofdstuk van de legesverordening 2024, is hieronder de kostendekkendheid weergegeven op basis van de gerealiseerde baten en lasten. Hoofdstukken die niet zijn opgenomen in de plaatselijke legesverordening, zijn niet opgenomen in onderstaande tabel(len). Per titel in de legesverordening wordt gestreefd naar maximale kostendekkendheid, ondanks dat jurisprudentie de legesverordening als één geheel ziet en dus de legesverordening als geheel maximaal kostendekkend moet zijn. Tussen afzonderlijke hoofdstukken binnen een titel mag kruissubsidiëring worden toegepast. Opbrengsten uit leges van een bepaald hoofdstuk, mogen kosten binnen een ander hoofdstuk compenseren.

 

In onderstaande overzichten zijn per hoofdstuk en per paragraaf de totale baten, de totale lasten en het kostendekkendheidspercentage weergegeven. De lasten zijn uitgesplitst in salaris, overhead en directe lasten. Hierbij is rekening gehouden met jurisprudentie over hetgeen wel en niet aan de leges mag worden toegerekend.

 

De salarislasten en overhead in Hoofdstuk 1 zijn toegerekend vanuit het taakveld 0.2 Burgerzaken. Op basis van de toegerekende salarislasten is het opslagpercentage voor de overhead bepaald.

Baten Salaris Overhead Lasten Percentage
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand -20.396 30.618 30.465 797 33%
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten -266.756 81.648 81.240 144.766 87%
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen -68.175 64.638 64.315 16.363 47%
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen -11.914 30.618 30.465 18 19%
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie 0 6.804 6.770 5.510 0%
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken -34.304 34.020 33.850 24.052 37%
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief 0 6.804 6.770 0 0%
Paragraaf 1.9 Huisvestingswet 0 0 0 0 0%
Paragraaf 1.9 Leegstandswet 0 6.804 6.770 0 0%
Paragraaf 1.9 Kansspelen 0 10.206 10.155 0 0%
Paragraaf 1.9 Telecommunicatie, kabels en leidingen -52.488 6.804 6.770 0 387%
Paragraaf 1.9 Verkeer en vervoer -550 10.206 10.155 0 3%
Paragraaf 1.10 Kinderopvang -1.797 6.804 6.770 0 13%
Paragraaf 1.10 Diversen -3.967 20.412 20.310 300 10%
Totaal hoofdstuk 1 -460.347 316.386 314.805 191.806 56%

De salarislasten en overhead in titel 2 zijn (voornamelijk) toegerekend vanuit het taakveld 8.3 Wonen en Bouwen, waaronder de bouwvergunningen vallen. Ook hier is op basis van de toegerekende salarislasten de overhead bepaald. De baten en lasten binnen titel 2 van de legesverordening hebben voornamelijk betrekking op hoofdstuk 2 en 3, vandaar is vanwege de samenhang besloten alle lasten toe te rekenen aan hoofdstuk 3 binnen titel 2 en is dit niet verder uitgesplitst. 

 

Baten Salaris Overhead Lasten Percentage
Hoofdstuk 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunningen
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen 0 0 0 0 0%
Paragraaf 2.2 Voorfase -42.411 0 0 147.026 29%
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken -629.936 388.178 386.237 0 81%
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed 0 0 0 0 0%
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten 0 0 0 0 0%
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten 0 0 0 0 0%
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten 0 0 0 0 0%
Totaal hoofdstuk 2 -672.347 388.178 386.237 147.026 73%

De salarislasten en overhead in titel 3 zijn voornamelijk toegerekend vanuit het taakveld 0.2 Burgerzaken.

Baten Salaris Overhead Lasten Percentage
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Paragraaf 3.1 Horeca -1.700 6.804 6.770 0 13%
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven 0 0 0 0 0%
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet 0 6.804 6.770 0 0%
Paragraaf 3.4 Organiseren evenementen of markten 0 0 0 0 0%
Paragraaf 3.5 Standplaatsen 0 6.804 6.770 0 0%
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 [en Wet goed verhuurderschap] 0 0 0%
Paragraaf 3.7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking 0 3.402 3.385 0 0%
Totaal hoofdstuk 3 -1.700 23.814 23.695 0 4%
Totaal hoofdstuk 1,2 en 3 -1.134.395 728.378 724.736 338.832 63%

Marktgelden

Terug naar navigatie - Marktgelden

Marktgelden worden geheven van degene die een standplaats inneemt (of van degene aan wie een standplaats is toegewezen) op de wekelijkse warenmarkt.

 
Marktgelden zijn afhankelijk van het aantal strekkende meters frontlengte van de standplaats. Het tarief is in 2024 verhoogd met de inflatiecorrectie.

Precariorechten

Terug naar navigatie - Precariorechten

Precario is een heffing op het gebruik van gemeentegrond. Het tarief is in 2024 verhoogd met de inflatiecorrectie en is er precarioheffing toegepast.

Kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen

Als mensen de verschuldigde belasting niet kunnen betalen (of met buitengewoon bezwaar), komen zij wellicht in aanmerking voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. In het kader van de administratieve lastenverlichting voor de inwoners, toetsen we bij het inlichtingenbureau indien eerder kwijtschelding verleend is of er geen belemmering is voor het verlenen van automatische kwijtschelding. Bij geen belemmering verlenen we automatische kwijtschelding.


De kwijtscheldingsregels zijn vastgelegd in de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De gemeente heeft, als gevolg van artikel 255 van de Gemeentewet, slechts op 2 onderdelen beleidsvrijheid:

  • De raad kan bepalen dat er helemaal geen dan wel gedeeltelijke kwijtschelding wordt verleend;
  • De raad kan regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan in aanmerking worden genomen die er toe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend.

 

Op grond van het laatste onderdeel heeft de gemeente gekozen voor het voor 100% meenemen van de kosten van bestaan.

 
Kwijtschelding kan worden aangevraagd voor de volgende heffingen:

  • OZB;
  • Afvalstoffenheffing;
  • Rioolheffing.

Overzicht tarieven

Terug naar navigatie - Overzicht tarieven
2022 2023 2024
OZB Eigenaar Woning 0,0841% 0,0754% 0,0770%
OZB Eigenaar Niet-woning 0,1969% 0,1954% 0,1996%
OZB Gebruiker Niet-woning 0,1623% 0,1610% 0,1644%
Afvalstoffenheffing 1-persoonshh 231,60 266,64 267,00
Afvalstoffenheffing meer-pers.hh 290,28 325,80 334,68
Reinigingsrechten 339,00 345,00 363,00
Rioolheffing t/m 500m3 woningen afgekoppeld 141,96 149,76 159,84
Rioolheffing t/m 500m3 woningen niet afgekoppeld 191,96 199,76 209,84

Vergelijking buurgemeenten

Terug naar navigatie - Vergelijking buurgemeenten

In onderstaande tabel worden de eenheden gebruikt die het COELO toepast voor het bepalen van de woonlasten. Onderstaande tabel geeft inzicht in de gegevens over 2024 (afgerond op hele euro's).

Son en Breugel Nuenen Eindhoven Best Geldrop-Mierlo
OZB eigenaar woning 0,0770% 0,1058% 0,0937% 0,0804% 0,0659%
OZB eigenaar niet-woning 0,1996% 0,2436% 0,2961% 0,2171 0,1834%
OZB gebruiker niet-woning 0,1644% 0,1955% 0,2092% 0,1718% 0,1490%
Afvalstoffenheffing (*) (meerpers.huishouden) 335 303 322 369 358
Rioolheffing 210 207 192 190 199

(*): Diftar gemeenten worden door het COELO berekend op basis van vastrecht plus een gemiddeld aantal ledigingen (18 maal een grijze container van 140 liter en 7 maal een groene container van 140 liter). De aantallen van het COELO zijn gebaseerd op een landelijk gemiddelde.

Ontwikkeling lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Ontwikkeling lokale lastendruk
Jaar 2022 2023 2024
WOZ-waarde 379.000 442.000 455.000
Wijziging WOZ-waarde 9,54% 16,62% 3,00%
OZB 319 333 350
Afvalstoffenheffing (meerpersoons) 290 326 335
Rioolheffing (gebruiker) 142 150 160
Rioolheffing (eigenaar) 50 50 50
Totaal 801 859 895
% wijziging lasten t.o.v. t-1 2,69% 7,24% 4,19%