Lokale heffingen

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Bij het heffen en invorderen van belastingen zijn we onder meer gebonden aan:

  • de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR);
  • de Algemene wet bestuursrecht (Awb), (inclusief de algemene beginselen van behoorlijk bestuur);
  • de Invorderingswet 1990;
  • de Gemeentewet;
  • diverse uitvoeringsbesluiten.

De wet geeft duidelijke kaders aan voor de heffing, invordering en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.

Het tarievenbeleid is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • Geen algemene lastenstijging. De gemiddelde lasten voor de inwoners mogen niet meer toenemen dan de inflatiecorrectie. Lastenverzwaring voor inwoners blijft achterwege en indien enigszins mogelijk zullen we de tarieven van de gemeentelijke belastingen en/of leges verlagen;
  • Streven naar kostendekkendheid in de tariefstelling voor leges en retributies;
  • Het profijtbeginsel bij de overige heffingen hanteren.

In overeenstemming met de beleidsuitgangspunten, bepaald in de Kadernota, zijn de tarieven over 2022 als volgt aangepast:

  • Bij de OZB is 1,65% inflatiecorrectie toegepast. Bij de berekening van het tarief is rekening gehouden met de WOZ-waardeontwikkeling;
  • Leges en tarieven zijn verhoogd met de inflatiecorrectie (1,65%);
  • De tarieven voor de rioolheffing en afvalstoffenheffing zijn gebaseerd op 100% kostendekkendheid waarbij rekening is gehouden met een zo reëel mogelijke inschatting van zowel de baten- als de lastenontwikkeling binnen het meerjarenperspectief 2022-2025. Bij de meerjarenbegroting 2022-2025 heeft de raad een amendement aangenomen waardoor voor afval niet van 100% kostendekkendheid is uitgegaan maar van 87%.

Definitieve (formele) vaststelling van de diverse belastingtarieven vond plaats door vaststelling van de belastingverordeningen tijdens de behandeling in de raadsvergadering van 10 november 2021.

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelastingen (OZB)

We heffen op grond van artikel 220 van de Gemeentewet twee directe belastingen op de onroerende zaken die binnen de gemeente liggen, de zogenaamde onroerendezaakbelastingen (OZB):

  • Een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;
  • Een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

De tarieven voor 2022 zijn bijgesteld aan de hand van de ontwikkeling van de nieuwe WOZ-waarden en er is een inflatiecorrectie van 1,65% toegepast.

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

De gemeente is verplicht huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. Op grond van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer en de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten wordt afvalstoffenheffing geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente verplicht is huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

Reinigingsrechten worden geheven van niet-woningen (bedrijven) die hebben aangegeven gebruik te maken van de inzameldienst voor huishoudelijke afvalstoffen. Het betreft hier geen bedrijfsafval.

De tarieven voor afvalstoffenheffing zijn in 2022 gelijk gebleven aan die van 2021, als gevolg van een aangenomen amendement bij het vaststellen van de Meerjarenbegroting 2022-2025. Hierdoor is de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing 87%.

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

Op grond van artikel 228a van de Gemeentewet wordt een rioolheffing geheven. De rioolheffing wordt opgelegd aan de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect via de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De tarieven van de rioolheffing worden zodanig vastgesteld dat de geraamde kosten niet boven de geraamde baten uitkomen. We streven er naar dat de kosten voor 100% worden gedekt door de opbrengsten uit de heffingen.

Per 1 januari 2020 is de gedifferentieerde rioolheffing ingevoerd. De differentiatie bestaat uit een afvalwater- en hemelwatercomponent. De afvalwaterheffing is een gebruikersheffing. De hemelwaterheffing is een eigenarenheffing. De hemelwaterheffing is een heffing met een vast bedrag van € 50,-. Doel van de differentiatie van de rioolheffing en het invoeren van de hemelwaterheffing is om bewoners en bedrijven mee te laten werken aan het klimaatbestendig maken van hun omgeving en goed gedrag te belonen in de vorm van een financieel voordeel.

Kostendekkendheid afvalstoffenheffing en rioolheffing

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid afvalstoffenheffing en rioolheffing

Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording zijn gemeenten verplicht inzichtelijk te maken hoe bij de berekening van tarieven en heffingen wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. De tarieven mogen dus hoogstens kostendekkend zijn. Daarnaast moeten we de beleidsuitgangspunten die ten grondslag liggen aan deze berekeningen vermelden en de manier waarop we deze uitgangspunten bij de tariefstellingen hanteren.
Met onderstaande tabel verantwoorden we of de heffingen (afvalstoffenheffing en rioolheffing) inderdaad kostendekkend zijn geweest, ofwel of de werkelijke baten de gerealiseerde lasten niet hebben overschreden. Per heffing worden de totale baten en lasten en het gerealiseerde dekkendheidspercentage weergegeven.

Dekkendheid rioolheffing 2022
Riolering taakveld 7.2
Beheer en onderhoud riolering 626.531
Kapitaallasten 212.284
Mutatie voorziening 210.044
Totaal kosten riolering taakveld 7.2 1.048.859
Toerekenbare kosten vanuit andere taakvelden
Overhead taakveld 0.4 141.061
Kwijtschelding taakveld 6.3 23.897
Straatreiniging taakveld 2.1 87.189
Watertaken taakveld 5.7 27.933
BTW taakveld 0.11 145.429
Totaal toerekenbaar 425.509
Totaal lasten 1.474.368
Opbrengst rioolheffing taakveld 7.2 1.468.641
Overige opbrengsten taakveld 7.2 5.727
Baten totaal taakveld 7.2 1.474.368
Dekkendheidpercentage riool 100%
* De omzetbelasting rekenen we conform artikel 229B van de Gemeentewet toe. Deze toerekening is het gevolg van de invoering van het Btw-compensatiefonds in 2003. Vanaf dat moment werd de Btw compensabel en werd tegelijkertijd het gemeentefonds hiervoor verlaagd.
Dekkendheid afvalstoffenheffing 2022
Afval taakveld 7.3
Lasten milieustraat 565.247
Lasten overige afvalstromen 1.484.193
Kapitaallasten 2.133
Mutatie voorziening* 481.169
Storting voorziening compensatie Attero 147.973
Totaal kosten afval taakveld 7.3 2.680.715
Toerekenbare kosten vanuit andere taakvelden
Overhead taakveld 0.4 74.501
Kwijtschelding taakveld 6.3 44.058
BTW taakveld 0.11** 301.384
Totaal toerekenbaar 419.943
Totaal lasten 3.100.658
Baten afvalstoffenheffing taakveld 7.3 2.057.597
Baten milieustraat 236.693
Baten overige afvalstromen 390.184
Baten totaal 2.684.474
Dekkendheidpercentage afval 87%

Kostendekkendheid leges

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid leges

Wanneer de gemeente een bepaalde dienst levert, kunnen daarvoor leges worden geheven. De tarieven worden jaarlijks vastgesteld in de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening. Net als riool- en afvalstoffenheffing moeten de tarieven dusdanig worden vastgesteld dat de geraamde baten niet boven de geraamde lasten uitkomen. De verschillende leges die worden geheven, worden in principe jaarlijks verhoogd met de daarvoor geldende inflatiecorrectie. Bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals voor reisdocumenten, moet rekening gehouden worden met van rijkswege gestelde maximumtarieven.
Er mag geen winst gemaakt worden. Voor deze heffingen wordt gestreefd naar een 100% kostendekkend tarief.

 

Kostendekkendheid leges

Op grond van het besluit van 5 maart 2016 in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moeten gemeenten verplicht inzichtelijk maken dat de tarieven en heffingen hoogstens kostendekkend zijn. De geraamde baten mogen de geraamde lasten niet overschrijden.

Per hoofdstuk van de legesverordening 2022, is hieronder de kostendekkendheid weergegeven op basis van de gerealiseerde baten en lasten. Hoofdstukken die niet zijn opgenomen in de plaatselijke legesverordening, zijn niet opgenomen in onderstaande tabel(len). Per titel in de legesverordening wordt gestreefd naar maximale kostendekkendheid, ondanks dat jurisprudentie de legesverordening als één geheel ziet en dus de legesverordening als geheel maximaal kostendekkend moet zijn. Tussen afzonderlijke hoofdstukken binnen een titel mag kruissubsidiëring worden toegepast. Opbrengsten uit leges van een bepaald hoofdstuk, mogen kosten binnen een ander hoofdstuk compenseren.

In onderstaande overzichten zijn per hoofdstuk en per titel de totale baten, de totale lasten en het kostendekkendheidspercentage weergegeven. De lasten zijn uitgesplitst in salaris, overhead en directe lasten. Hierbij is rekening gehouden met jurisprudentie over hetgeen wel en niet aan de leges mag worden toegerekend.

De salarislasten en overhead in titel 1 zijn toegerekend vanuit het taakveld 0.2 Burgerzaken. Op basis van de toegerekende salarislasten is het opslagpercentage voor de overhead bepaald.

 

 

Baten Salaris Overhead Lasten Percentage
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand -21.092 31.032 29.527 1.001 34%
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten -107.832 82.752 78.739 47.855 52%
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen -71.227 65.512 62.335 35.973 43%
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen -7.074 31.032 29.527 1.901 11%
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie 0 6.896 6.562 767 0%
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken -26.991 34.480 32.808 21.941 30%
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief 0 6.896 6.562 0 0%
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 0 0 0 0 0%
Hoofdstuk 12 Leegstandswet 0 6.896 6.562 0 0%
Hoofdstuk 16 Kansspelen 0 10.344 9.842 0 0%
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie -12.261 6.896 6.562 0 91%
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer -104 10.344 9.842 61 1%
Hoofdstuk 19 Kinderopvang 0 6.896 6.562 0 0%
Hoofdstuk 20 Diversen -5.106 20.688 19.685 300 13%
Totaal titel 1 -251.686 320.666 305.114 109.799 34%

De salarislasten en overhead in titel 2 zijn (voornamelijk) toegerekend vanuit het taakveld 8.3 Wonen en Bouwen, waaronder de bouwvergunningen vallen. Ook hier is op basis van de toegerekende salarislasten de overhead bepaald. De baten en lasten binnen titel 2 van de legesverordening hebben voornamelijk betrekking op hoofdstuk 2 en 3, vandaar is vanwege de samenhang besloten alle lasten toe te rekenen aan hoofdstuk 3 binnen titel 2 en is dit niet verder uitgesplitst. 

 

Baten Salaris Overhead Lasten Percentage
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunningen
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 0 0 0 0 0%
Hoofdstuk 2 Schetsplan / Conceptaanvraag omgevingsvergunningen / Verzoek principebesluit -11.978 0 0 0 0%
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning -616.988 241.758 230.032 132.867 102%
Hoofdstuk 4 Vermindering 0 0 0 0 0%
Hoofdstuk 5 Teruggaaf 0 0 0 0 0%
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning 0 0 0 0 0%
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten 0 0 0 0 0%
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking 0 0 0 0 0%
Totaal titel 2 -628.967 241.758 230.032 132.867 104%

De salarislasten en overhead in titel 3 zijn voornamelijk toegerekend vanuit het taakveld 0.2 Burgerzaken.

Baten Salaris Overhead Lasten Percentage
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca -2.188 6.896 6.562 2.935 13%
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven 0 0 0 0 0%
Hoofdstuk 4 Verbod exploiteren bedrijf zonder benodigde vergunning 0 0 0 0 0%
Hoofdstuk 5 Marktstandplaatsen 0 6.896 6.562 0 0%
Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet 0 6.896 6.562 0 0%
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking 0 3.448 3.281 0 0%
Totaal titel 3 -2.188 24.136 22.966 2.935 4%

Marktgelden

Terug naar navigatie - Marktgelden

Marktgelden worden geheven van degene die een standplaats inneemt (of van degene aan wie een standplaats is toegewezen) op de wekelijkse warenmarkt.
Marktgelden zijn afhankelijk van het aantal strekkende meters frontlengte van de standplaats. Het tarief is in 2022 verhoogd met de inflatiecorrectie.

Precariorechten

Terug naar navigatie - Precariorechten

Precario is een heffing op het gebruik van gemeentegrond. De eerste helft van 2022 werden de maatregelen rondom corona afgebouwd. De gemeente Son en Breugel heeft de horeca in 2022 gefaciliteerd. Voor de terrassen is besloten om de precario niet te heffen. 

Kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen

Als mensen de verschuldigde belasting niet kunnen betalen (of met buitengewoon bezwaar), komen zij wellicht in aanmerking voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. In het kader van de administratieve lastenverlichting voor de inwoners, toetsen we bij het inlichtingenbureau indien eerder kwijtschelding verleend is of er geen belemmering is voor het verlenen van automatische kwijtschelding. Bij geen belemmering verlenen we automatische kwijtschelding.
De kwijtscheldingsregels zijn vastgelegd in de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De gemeente heeft, als gevolg van artikel 255 van de Gemeentewet, slechts op 2 onderdelen beleidsvrijheid:

  • De raad kan bepalen dat er helemaal geen dan wel gedeeltelijke kwijtschelding wordt verleend;
  • De raad kan regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan in aanmerking worden genomen die er toe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend.

Op grond van het laatste onderdeel heeft de gemeente gekozen voor het voor 100% meenemen van de kosten van bestaan.
Kwijtschelding kan worden aangevraagd voor de volgende heffingen:

  • OZB;
  • Afvalstoffenheffing;
  • Rioolheffing.

Overzicht tarieven

Terug naar navigatie - Overzicht tarieven
2020 2021 2022
OZB Eigenaar Woning 0,0881% 0,0877% 0,0841%
OZB Eigenaar Niet-woning 0,1649% 0,1898% 0,1969%
OZB Gebruiker Niet-woning 0,1407% 0,1565% 0,1623%
Afvalstoffenheffing 1-persoonshh 173,28 231,60 231,60
Afvalstoffenheffing meer-pers.hh 217,20 290,28 290,28
Reinigingsrechten 210,84 281,76 339,00
Rioolheffing t/m 500m3 132,60 137,28 141,96
Rioolheffing eigenaar 50,00 50,00 50,00

Vergelijking buurgemeenten

Terug naar navigatie - Vergelijking buurgemeenten

In onderstaande tabel worden de eenheden gebruikt die het COELO toepast voor het bepalen van de woonlasten. Onderstaande tabel geeft inzicht in de gegevens over 2022 (afgerond op hele euro's).

Son en Breugel Nuenen Eindhoven Best Geldrop-Mierlo
OZB eigenaar woning 0,0841% 0,1231% 0,10543% 0,0908% 0,0756%
OZB eigenaar niet-woning 0,1969% 0,2411% 0,31089% 0,1995% 0,1792%
OZB gebruiker niet-woning 0,1623% 0,1935% 0,22872% 0,1600% 0,1456%
Afvalstoffenheffing (*) (meerpers.huishouden) 290 402 347 323 338
Rioolheffing 142 205 168 177 199

(*): Diftar gemeenten worden door het COELO berekend op basis van vastrecht plus een gemiddeld aantal ledigingen (18 maal een grijze container van 140 liter en 7 maal een groene container van 140 liter). De aantallen van het COELO zijn gebaseerd op een landelijk gemiddelde.

Ontwikkeling lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Ontwikkeling lokale lastendruk
Jaar 2020 2021 2022
WOZ-waarde 328.000 346.000 379.000
Wijziging WOZ-waarde 7,19% 5,49% 9,54%
OZB 289 303 319
Afvalstoffenheffing (meerpersoons) 217 290 290
Rioolheffing (gebruiker) 133 137 142
Rioolheffing (eigenaar) 50 50 50
Totaal 689 780 801
% wijziging lasten t.o.v. t-1 9,02% 13,21% 2.69%