Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het opstellen van de paragraaf financiering in de begroting en de jaarstukken is in zowel het BBV als in de wet Fido verplicht gesteld. Financiering betreft de wijze waarop de gemeente Son en Breugel de benodigde geldmiddelen aantrekt en (tijdelijke) overtollige geldmiddelen belegt. De uitvoering van deze paragraaf vindt plaats binnen de wettelijke kaders van het BBV en de wet Fido. Naast deze wetgeving is een treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut zijn nadere regels opgenomen om daarmee de financieringsfunctie te sturen, te beheersen en te controleren.

De paragraaf geeft inzicht in de rentelasten en -baten, het renteresultaat, de financieringsbehoefte en de wijze waarop rente wordt toegerekend aan investeringen, grondexploitaties en projecten. De bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-.

 

Interne- en externe ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Interne- en externe ontwikkelingen

Extern
De ECB blijft in de komende twaalf maanden een ruim monetair beleid voeren. De lange rentetarieven blijven op een zeer laag niveau. (BNG sept 2020)

Intern
Voor de begroting zijn de volgende interne rentepercentages gebruikt, de berekening volgens BBV:

Renteschema %
Rente over voorziening verliesgevende complexen bouwgrond 2,00%
Rente grondexploitatie 0,06%
Rente activa 0,00%

In onderstaand schema is het renteresultaat berekend volgens BBV:

Stap Renteschema 2021 2022 2023 2024
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen niet zijnde projectfinanciering 7 1 0 0
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen voor projectgefinancierde grondexploitatie 0 0 0 0
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen die doorgezet zijn aan derden 0 0 0 0
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen voor projectgefinancierd overig (zonnepanelenproject) 26 24 22 20
De externe rentelasten over de verwachte nieuw aan te trekken korte en lange financiering 29 34 36 39
De externe rentebaten -22 -21 -20 -19
1 Saldo rentelasten en rentebaten 40 38 39 40
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 2 1 0 0
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 0 0 0 0
De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend -26 -24 -22 -20
2 Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -24 -23 -22 -20
3 Rente over eigen vermogen 0 0 0 0
3 Rente voorzieningen 27 28 28 29
4 Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 1+2+3) 42 42 45 49
5 De aan taakvelden toegerekende rente 0 0 0 0
Renteresultaat op het taakveld treasury (4+5) 42 42 45 49

Het genoemde renteresultaat komt terug op het taakveld treasury, maar is niet het enige resultaat op dat taakveld. Ook bijvoorbeeld ontvangen dividend wordt geraamd op het taakveld, maar maakt geen onderdeel uit van het renteschema.

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

Op basis van de begroting 2021 wordt een meerjarige financieringsbehoefte opgesteld.

Boekwaarde 1-1 2021 2022 2023 2024
Activa 58.608 59.756 61.519 60.578
Grondexploitatie -4.236 -3.789 11 11
Geldleningen OG -2.466 -2.202 -1.951 -1.789
Reserves en voorzieningen -40.045 -39.211 -38.909 -38.493
Financieringsbehoefte 11.861 14.554 20.670 20.306

* Dit is de huidige leningenportefeuille.


Uit bovenstaand schema blijkt dat de komende jaren een financieringsbehoefte is tot een maximum van ruim € 20 miljoen. Deze wordt gefinancierd met kasgeld en langlopende geldleningen.

Beleidsvoornemen financiering.
Het beleid is erop gericht om de financieringsbehoefte af te dekken met kortlopende financiering omdat de rente op de kortlopende middelen lager is dan de rente op langlopende middelen. Hierbij wordt rekening gehouden met de kasgeldlimiet, die bepaalt dat de gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, niet boven de 8,5% van het begrotingstotaal mag uitkomen. Gezien de rentevisie, waarbij er vanuit wordt gegaan dat de rente dit jaar laag blijft en komende jaren licht kan gaan oplopen, kan voorlopig aan deze strategie worden vastgehouden. Zodra de rentevisie wijzigt en uitgaat van een stijgende rente op korte termijn, kan de overweging gemaakt worden om een groter deel van de financieringsbehoefte te financieren met langlopende leningen.

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

De overheid heeft twee instrumenten bepaald voor het toetsen van het renterisico, namelijk: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet vormt de bovengrens waarmee een tijdelijk liquiditeitstekort gefinancierd kan en mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort een structureel karakter draagt moet een langlopende geldlening worden aangetrokken. Indien voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden moet de toezichthouder hiervan op de hoogte worden gesteld. Ook moet de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring worden voorgelegd aan de toezichthouder. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal.

Stap Omschrijving 2021
Bepalen toegestane kasgeldlimiet
Omvang begrotingstotaal 40.028
Percentage regeling 8,50%
1 Toegestane kasgeldlimiet 3.402
Vlottende korte schuld
opgenomen gelden < 1 jaar 3.000
Schuld in rekening courant 0
Gestorte gelden door derden < 1 jaar 12
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld 0
2 Totaal vlottende korte schuld 3.012
Vlottende middelen
Contante gelden in kas 2
Tegoeden in rekening courant 500
Overige uitstaande gelden < 1 jaar 2
3 Totaal vlottende middelen 504
4 Totaal netto vlottende schuld (2-3) 2.508
Ruimte(+)/Overschrijdingen(-) (1-4) 894

Voor 2021 wordt met kasgeldleningen gewerkt tot de bovengrens van de kasgeldlimiet.

Renterisiconorm
De renterisiconorm stelt een grens aan het te lopen renterisico op de vaste schuld. De risiconorm houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het begrotingstotaal (zie tabel hieronder).

Stap Omschrijving 2021 2022 2023 2024
1 Renteherzieningen 0 0 0 0
2 Aflossingen 264 251 162 164
3 (1+2) Renterisico 264 251 162 164
4 Begrotingstotaal 40.028 37.384 37.943 38.341
5 Percentage regeling 20% 20% 20% 20%
6 (4 x 5) Renterisiconorm 8.006 7.477 7.589 7.668
7 Ruimte(+)/Overschrijdingen(-) 7.742 7.226 7.426 7.504

Voor de komende jaren is er ruimte om lang geld aan te trekken volgens de renterisiconorm.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Een belangrijk onderdeel van het financieringsbeleid vormt de omvang, flexibiliteit, gemiddelde looptijd en rentegevoeligheid van de leningenportefeuille. De leningenportefeuille van de gemeente ziet er als volgt uit:

Opgenomen langlopende leningen
Leningverstrekker Looptijd Rente Oorspronkelijk 1-1-2021 31-12-2021
Van t/m
BNG 1997 2022 5,84% 2.269 182 91
BNG 2003 2021 3,98% 209 14 0
Provincie Noord-Brabant 2018 2033 1,13% 1.014 889 825
Provincie Noord-Brabant 2018 2033 1,18% 761 667 619
Provincie Noord-Brabant 2019 2034 1,28% 507 476 445
Provincie Noord-Brabant 2019 2034 1,33% 254 238 223
Totaal 5.014 2.466 2.202