Participatiewet
Het doel van de Participatiewet (vroeger: bijstand) is dat iedereen in staat gesteld wordt als volwaardig inwoner mee te doen en bij te dragen aan de samenleving. Daarbij wordt uitgegaan van het principe dat iedereen werkt naar vermogen, bij voorkeur in een reguliere baan. Als regulier werk niet mogelijk blijkt, is werken naar vermogen een alternatief. De gemeente werkt hiervoor intensief samen met Dienst Dommelvallei en de Werkvoorzieningsschap De Dommel (WSD).
De coronacrisis heeft een grote impact op de economie. Landelijk zijn vier scenario’s gemaakt van de bijstandsgroei voor de komende jaren. In het zwartste scenario stijgt het aantal bijstandsontvangers naar 600.000 in 2022. Een onafhankelijk adviesbureau geeft aan dat dit scenario het meest waarschijnlijk is.
We hebben de rekentool gebruikt om een inschatting te maken van de mogelijke effecten van corona op het bijstandsvolume in onze gemeente. Deze berekeningen geven voor Son en Breugel het beeld dat het bijstandsvolume de komende jaren stijgt met bijna 50% en een kostenraming van bijna 1,2 miljoen. We kunnen er vanuit gaan dat kostenramingen of in het rijksbudget voor bijstandsbetalingen wordt gecompenseerd of op een later moment via de vangnetregeling die het Rijk kent voor nadeelgemeenten. Als we ervan uitgaan dat we de stijgingen allereerst zelf moeten dragen en dat we later tot een maximum van 10% worden gecompenseerd, stellen we voor het eigen risico van de gemeente elk jaar mee te nemen als maximale kosten waar we  als gevolg van de stijging van de bijstand mee te maken krijgten

Vooralsnog gaan we begrotingstechnisch met het eigen risico op de BUIG in 2021 van €76.712 als volgt om. We nemen 50% in de begroting op (€ 38.000). Eventuele financiële bijstellingen volgen in de loop van het jaar.

Om deze inkomstenverstrekking en begeleiding naar de arbeidsmarkt te organiseren heeft Dienst Dommelvallei in 2021: 0,5 FTE (€35.000) nodig. Dit nemen we eveneens op in deze begroting.

We zetten deze formatie-uitbreiding tijdelijk in en nemen maatregelen wanneer de arbeidsmarktontwikkelingen en de instroom gunstiger worden of gunstiger blijken te zijn.
In beide gevallen gaan we uit van een Rijkscompensatie voor beide posten vanuit de Buig (bijstand) en de algemene uitkering (uitvoering). Het gaat om een budgetneutrale consequentie voor de gemeentebegroting.

Lopende projecten gericht op participatie
In samenwerking met het CDM en de WSD gaan we in 2021 verder uitvoering geven aan de reeds lopende projecten Kansen, Aanzet en de pilot voor Sinti-jongeren. Ook hier is het doel om werk (of opleiding) naar vermogen te realiseren. Het Rijk heeft hiervoor een meerjarige subsidie toegekend.
De meerjarige thema's dementie, mantelzorg en eenzaamheid zette we ook door.

Beschermd Wonen
Met ingang van 2022 wordt Beschermd Wonen verder gedecentraliseerd. Met de verantwoordelijkheid komen ook de middelen over. Het budget voor Beschermd Wonen is op dit moment nog ondergebracht bij gemeente Eindhoven als regiogemeente. Hoe dit uitwerkt in het Gemeentefonds is op dit moment nog niet duidelijk. Met de regiogemeenten trekken we samen op om tot een goed voorzieningenniveau te komen voor onze inwoners. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen Beschermd Wonen (intensief en intramuraal met 24-uurs toezicht) en Beschermd Thuis (zelfstandig wonen met ambulante ondersteuning). 

De tweede verandering is dat een uitname plaatsvindt uit het Wmo budget voor Beschermd Wonen naar de Wet langdurige zorg (Wlz). Dit doen we per 2021 omdat het kabinet verwacht dat ongeveer een derde van de mensen met een beschikking Wmo Beschermd Wonen, toegang krijgt tot de Wlz.  De kosten voor deze groep mensen gaan dan van Wmo naar Wlz. Het is niet bekend om hoeveel mensen het gaat en hoe groot de verschuiving per regio gaat uitvallen.

Armoede
We spreken van armoede als mensen leven onder de lage-inkomensgrens en daardoor over onvoldoende geld en mogelijkheden beschikken om in hun levensbehoefte te kunnen voorzien. Armoede is meer dan een financieel probleem. Bij armoede is sprake van een stapeling van armoederisico's, zoals gezondheidsproblemen, vereenzaming, niet mee kunnen doen op school en schuldenproblematiek. Mensen die in armoede leven hebben vaak moeite om te participeren in de samenleving. Armoede gaat dus verder dan alleen het hebben van een laag inkomen. Ook gezinnen met een hoog inkomen kunnen leven op de armoedegrens door bijvoorbeeld schuldenproblematiek of alimentatieverplichtingen. Doordat armoede het gevolg kan zijn van diverse (met elkaar samenhangende) factoren is een beleidsnota armoede noodzakelijk. Belangrijke onderwerpen in de beleidsnota zijn schuldhulpverlening, preventie (bij jongeren), minimaregelingen en kinderen/jongeren in armoede. Bestaande samenwerkingen met onder andere schuldhulpverlening, Stichting Leergeld, CMD en andere organisaties worden ingezet. De beleidsnota armoede leggen we begin 2021 voor aan de raad.

Schuldhulpverlening
Op 1 januari 2021 treedt de wetswijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking. Door de wetswijziging wordt vroegsignalering van schulden een wettelijke taak van de gemeente. Het belangrijkste gevolg voor de gemeente is dat we afspraken moeten maken met signaalpartners en bij signalen een aanbod moeten doen voor een eerste gesprek. Het gaat bijvoorbeeld om signalen van betalingsachterstanden van huur, zorgpremie, energie en drinkwater. Wij worden door de signaalpartners op de hoogte gehouden van beginnende betalingsachterstanden. De signaalpartners moeten wel eerst zelf aantoonbaar hun best hebben gedaan om de inwoners te bereiken en een betalingsregeling aan te bieden. Vanaf 1 januari 2021 moeten we op een effectieve manier aan inwoners een aanbod doen voor een eerste gesprek. Het is nog onduidelijk of en hoeveel kosten deze wetswijziging  met zich meebrengt.