Afronden herziening bestemmingsplannen
Om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen uit het rijks- en provinciaal beleid, de doorwerking van bepalingen uit de Structuurvisie Mobiliteit en Ruimte (Rijksbeleid), de Erfgoedwet (cultuurhistorische regelingen), bepalingen uit de Structuurvisie provincie Noord-Brabant en de Verordening Ruimte (provinciaal beleid), dienen de vigerende bestemmingsplannen tijdig te worden herzien.

Het bestemmingsplan "Bebouwde kommen; Herziening 2017" is inmiddels onherroepelijk. Nieuwe beleidsthema’s en wensen met betrekking tot de ‘mogelijkheden voor woningsplitsing’ en ‘kamergewijze verhuur’ van bestaande woningen is daarin (onder voorwaarden) mogelijk gemaakt.
De procedure van het bestemmingsplan "Ekkersrijt; Herziening 2017" loopt nog (beroep Raad van State). Naar verwachting wordt deze procedure begin 2019 afgerond. De gemeente zal daar verweer voeren. Afhankelijk van de uitspraak kan het dossier dan worden afgesloten of zal leiden tot extra werkzaamheden.
De afronding van het bestemmingsplan "Buitengebied; Herziening 2017" loopt langer door als gevolg van provinciale wijzigingen van de Verordening Ruimte. Het ontwerpbestemmingsplan is in juni 2018 in procedure gebracht. Vaststelling van het plan door uw raad wordt eind 2018 nog verwacht. De verdere afronding van de planprocedure zal in 2019 plaatsvinden.De verplichte mer-procedure heeft geleid tot extra werkzaamheden, verlenging van de procedure en extra kosten. Naar verwachting is voor de verdere procedure in 2019 daarvoor een aanvullend budget nodig.

De 3 herziene bestemmingsplannen die in verband met de juridische leesbaarheid nog omgezet te worden naar een zgn. geconsolideerde versie. Dat zal begin 2019 opgepakt worden. De kosten hiervoor (samen met de consolidatie van de parapluplannen voor de evenementen) zijn in deze begroting meegenomen.

Jaarlijks vinden werkzaamheden plaats om bestemmingsplannen af te stemmen op gerechtelijke uitspraken, onderzoeken te doen, inhuur van externe expertise, voorbereiden planologisch stedenbouwkundige studies, kosten voor ‘second opinions', proces- en gerechtskosten en dergelijke. Voor deze meer algemeen voorkomende zaken wordt jaarlijks een structurele bijdrage gevraagd. Dit zal voor 2019 en volgende jaren zo blijven.

Actualisatie bestemmingsplannen 10 jaar na vaststelling
Als gevolg van de "Wet afschaffing actualiseringsplicht bestemmingsplannen en
beheersverordeningen" die op 1 juli 2018 in werking is getreden, hoeft de gemeente de vigerende
bestemmingsplannen die een looptijd hebben van maximaal 10 jaar, niet opnieuw te actualiseren.
De reden hiervoor is dat op 1 januari 2021 de Omgevingswet in werking treedt, waardoor
bestemmingsplannen overgaan in het gemeentelijke Omgevingsplan. Omdat afgezien kan worden van
de vereiste actualisatie van de bestemmingsplannen wordt tijd en geldt bespaard, dat ingezet kan
worden voor de implementatie van de Omgevingswet. Om die reden zijn voor de actualisatie van de
vigerende bestemmingsplannen geen voorstellen gedaan om hiervoor budget beschikbaar te stellen.
Anders zou in 2020 een eerste actualisatie hebben moeten plaatsvinden.

Nieuwe visies
Nieuwe wet- en regelgeving (incl. jurisprudentie) dienen op een effectieve wijze een doorwerking te krijgen in onze bestaande juridische plannen (nu nog bestemmingsplannen, vanaf 1 januari 2021 Omgevingsplannen).
Waar thema’s nog geen beleidsmatige en/of juridische invulling hebben gekregen, is de kaderstelling hiervoor wel aan de orde vanwege concrete ontwikkelingen die spelen.
Op dit moment wordt in eigen beheer gewerkt aan beleidsvisies op de beleidsterreinen ‘bed en ontbijt’, ‘arbeidsmigranten’ en ‘plattelandswoningen’. Een beleidsvisie met betrekking tot de vertaling van de energie- en klimaatambities in de vorm van zonnepaneelvelden en andere vormen van duurzame energieopwekking dient zich voor 2019 aan.
Voor het vertalen van deze visies in één of meerdere juridische planvormen voor de periode 2019 – 2022 jaarlijks een budget gevraagd.

Voor al deze beleidsvisies geldt, dat er met de inhoudelijke vormgeving al rekening wordt gehouden met de komst van de Omgevingswet. Dat kan betekenen dat er een voorlopig beleidskader aangeboden zal worden en dat pas in het kader van de Omgevingsvisie en/of het Omgevingsplan er een definitief (juridisch) kader naar de geest van de Omgevingswet kan worden vastgesteld.