Voorwoord

Voorwoord

Terug naar navigatie - Voorwoord

Voor u ligt de meerjarenbegroting 2020-2023. Bij de kadernota 2019 heeft de gemeenteraad het college de opdracht gegeven om de tegenvaller in de meicirculaire op te vangen en ruimte te creëren voor nieuw beleid en versterking van de ambtelijke organisatie. Deze opdracht is opgepakt en verwerkt in deze meerjarenbegroting. Tevens is naast de meicirculaire, ook de septembercirculaire betrokken.   

Tijdens het begrotingsproces werden wij geconfronteerd met een tegenvaller binnen het sociaal domein. In het tweede kwartaal van 2019 zijn de kosten voor Wmo en Jeugdhulp aanzienlijk toegenomen. Wij verwachten in 2019 uit te komen op een tekort van circa 1 miljoen. Hiervan is een deel te wijten aan facturen van voorgaande jaren, maar we zien ook een structurele toename. Op dit moment schatten we die in op € 700.000 per jaar. Hierdoor is de taakstelling en de invulling van de vrijgekomen ruimte in een ander licht komen te staan.  

Wij hebben ervoor gekozen om toch nieuw beleid op te nemen en aan de slag te gaan met een plan van aanpak om de uitgaven op Wmo en Jeugdhulp nader te analyseren. Wij nemen nu in onze begroting een oplopende algemene taakstelling op van €50.000 in 2020 tot € 300.000 in 2023. Ons uitgangspunt is en blijft dat onze inwoners die de zorg nodig hebben, deze ook krijgen. Ook willen wij niet inboeten op kwaliteit van de zorg.

Naast het sociaal domein, vragen wij uw aandacht voor het Fysiek Domein. In het kader van de taakstelling gaan we de gesprekken met onze buurgemeenten en samenwerkingsverbanden aan om samen te werken op het gebied van aanbesteding en uitvoering van taken in de buitendienst, zoals vegen, onkruidbestrijding, groenonderhoud en onderhoud bermen.  We  kiezen er niet voor om onderhoudsniveaus, of aankleding van ons dorp te verminderen. We gaan onverminderd door om het ingezette beleid voor een aantrekkelijk dorp verder uit te bouwen.

Het derde onderwerp waarvoor wij uw aandacht vragen is de financiën en dan met name de belastingen. Ons uitgangspunt is een structureel financieel gezonde huishouding.  Om hieraan te voldoen is een verhoging van de OZB noodzakelijk. Wij stellen uw raad voor een OZB verhoging van 2% voor woningeigenaren, 3% voor niet-woningen/gebruikers en 8% voor niet-woningen/eigenaren. We kiezen bewust voor een gedifferentieerde tariefsverhoging, omdat uit de benchmarks met de regiogemeenten blijkt dat in Son en Breugel de tarieven voor eigenaren van niet-woningen relatief laag zijn ten opzichte van de overige categorieën. Ondanks de voorgestelde verhogingen zijn de OZB tarieven van Son en Breugel nog steeds één van de laagste in de regio.

Naast de genoemde thema’s geven we ook voor een gedeelte invulling aan de notitie “Basis op orde”. Wij stellen uw raad voor om de griffie te versterken en extra in te zetten op Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH). Daarnaast willen we 4 tot 5 starters aantrekken, deels vast en deels, in eerste instantie, tijdelijk op verschillende taakvelden in onze organisatie. Voor meer informatie wordt verwezen naar programma 12 van de begroting.

Financiële positie

Jaarlijks wordt aan uw raad een meerjarenbegroting aangeboden ter vaststelling. Onze gemeente hanteert als uitgangspunt dat elk jaar structureel sluitend moet zijn. Een goed standpunt om als gemeente een gezonde financiële huishouding te behouden. Bij deze begroting ontkomt helaas ook de gemeente Son en Breugel niet aan de landelijke trend dat het steeds moeilijker wordt de huishouding op orde te houden. De eis van de Provincie is dat minimaal het laatste jaar structureel sluitend moet zijn. Dat is gelukt.  

Kijkend naar het totale begrotingssaldo is er in de jaren 2020 en 2021 zowel een incidenteel als een structureel tekort. Het tekort incidenteel, kan het worden afgedekt door een onttrekking aan de reserve vrij besteedbaar, om het structurele tekort aan te pakken zijn andere maatregelen noodzakelijk. Het structurele tekort wordt met name veroorzaakt door tekorten op het sociaal domein. Om het tekort terug te dringen wordt een plan van aanpak opgesteld en een algemene taakstelling opgelegd. Voor  2022 en 2023 is sprake van een overschot, als gevolg van een gunstige septembercirculaire.  

Ontwikkeling lokale lastendruk

De lastendruk voor onze inwoners neemt ten opzichte van 2019 in 2020 in totaal met 8,4% toe. Hierbij stijgen OZB, afvalstoffenheffing en de rioolheffing. 

De totale WOZ-waarde is hoger dan het uitgangspunt in de begroting 2019. Bij gelijkblijvend beleid, het tarief aanpassen met inflatie, zullen de opbrengsten in 2020 hoger zijn dan geraamd bij de begroting 2019. Wij stellen voor het OZB tarief, zoals hierboven al gemeld, gedifferentieerd te laten stijgen met 2% voor woningen, 8% voor eigenaren niet-woningen en met 3% voor gebruikers niet-woningen.

Hoewel de kosten voor het verbranden van restafval de laatste jaren zijn gedaald, waardoor de tarieven voor de afvalstoffenheffing relatief laag konden blijven, is vanaf 2016 weer een stijging van de kosten voor de afvalinzameling en –verwerking zichtbaar. Deze kostenstijging wordt met name veroorzaakt door hogere kosten voor de inzameling van PMD en oud papier, hogere markttarieven voor afvalstromen van de milieustraat en stijgende beheerskosten van de milieustraat. Hierdoor stijgen de tarieven voor de afvalstoffenheffing in 2020 met 6%.

De stijging van de rioolheffing is voor de inwoners zelf te beïnvloeden. Het tarief komt uit op €183. Door afkoppeling kan het tarief teruggebracht worden naar €133 en dan is er ten opzichte van 2019 sprake van een aanzienlijke daling. 

De tarieven van zowel de afvalstoffenheffing als de rioolheffing worden zodanig vastgesteld dat de geraamde kosten niet boven de geraamde baten uitkomen. Binnen Son en Breugel is 100% kostendekkendheid uitgangspunt voor de berekening van de tarieven.

 

Circulaires van het rijk
In de loop van het begrotingsproces zijn de mei- en septembercirculaire uitgebracht door de rijksoverheid. Een nadere analyse volgt later.

Gevolgen mei- en septembercirculaire 2019 2020 2021 2022 2023
Resultaat meicirculaire 386.427 254.436 93.372 -184.445 -162.190
Resultaat septembercirculaire -96.224 108.039 319.696 357.810 306.952
Totaal aanpassingen beleid geen keuze 209.203 362.475 413.068 173.365 144.762
+/+ is voordeel, -/- is nadeel

 

Sluitende meerjarenbegroting
De provincie heeft in haar begrotingscirculaire aangegeven dat zij beoordeelt of de begroting en de meerjarenraming structureel en reëel in evenwicht zijn. Ook al hebben we nu te maken met een tegenvaller op het sociaal domein, de gemeente Son en Breugel is financieel een gezonde gemeente en ook deze (meerjaren) begroting is uiteindelijk in 2022 en 2023 structureel en reëel in evenwicht.  De nu voorliggende financiële begroting is zowel incidenteel als structureel sluitend in 2023 en biedt het nieuwe college dat in 2022 aantreedt, ook nog mogelijkheden voor nieuw beleid.