Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf wordt de financiële robuustheid van de gemeente weergegeven.
Onder weerstandsvermogen wordt in algemene zin verstaan de mogelijkheid om tegenvallers op te vangen. Het weerstandsvermogen betreft de relatie tussen:

  • (Beschikbare) weerstandscapaciteit:

De middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten te dekken

  • Benodigde weerstandscapaciteit:

Risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie van de gemeente. Het betreft risico’s die eenmalig onverwacht kunnen optreden en geen normale bedrijfsvoeringsrisico’s zijn.

Beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico’s

Terug naar navigatie - Beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico’s

In de raadsvergadering van 21 maart 2013 heeft de raad de ‘Nota risicomanagement en weerstands-vermogen’ vastgesteld. In de nota wordt het beleidskader voor het weerstandsvermogen beschreven. Dit kader luidt als volgt:

  • De gemeenteraad wordt via de planning- en controldocumenten geïnformeerd over de 15 belangrijkste risico’s, de beschikbare weerstandscapaciteit en de ratio van het weerstandsvermogen;
  • De ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ wordt als basis gehanteerd voor de opstelling van de verplicht voorgeschreven paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de meerjarenprogrammabegroting en de jaarrekening;
  • Voor de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit worden de onbenutte belasting-capaciteit en de stille reserves buiten beschouwing gelaten;
  • Uitgegaan wordt van een gewenste minimale score voor de ratio weerstandsvermogen van ‘voldoende’ (ratio > 1);
  • Als de ratio weerstandsvermogen door de toename van risico’s onder de 1 uitkomt, zal ofwel de beschikbare weerstandscapaciteit worden aangevuld, ofwel extra inspanningen worden gedaan om de benodigde weerstandscapaciteit terug te brengen. In deze situatie zal het college voorstellen doen aan de gemeenteraad die ervoor moeten zorgen dat het weerstandsvermogen weer op het gewenste niveau komt.

In de ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ is uitvoerig ingegaan op het wettelijk kader, de inventarisatie van de risico’s en de weerstandscapaciteit. De beleidsconclusies zijn hierboven weergegeven.
In deze begroting heeft een actualisatie plaatsgevonden van de weerstandscapaciteit, de risico’s en het weerstandsvermogen.

Top 15 inventarisatie van de risico's

Terug naar navigatie - Top 15 inventarisatie van de risico's

In veel gevallen kunnen we de exacte waarde van een risico niet bepalen. Om de risico’s toch te kwantificeren werken we met klassengemiddelden. Deze klassengemiddelden leiden tot de financiële gevolgen in onderstaande tabel. De risicowaarde bepalen we vervolgens aan de hand van de volgende berekening:

Risicowaarde in € = percentage ‘Kans’ x ‘Gevolg in €

Het totaal aan risicowaarden vormt de benodigde weerstandscapaciteit. Omdat niet alle risico’s zich tegelijk manifesteren, wordt gerekend met een zekerheidspercentage van 90%. Hieronder treft u de top 15 van grootste risico's aan.

Risico Kans in % Kans in € Risicowaarde
1. Jeugdzorg 90% 375.000 337.500
2. Bouwkundige problemen sporthal de Landing 90% 175.000 157.500
3. Algemene uitkering gemeentefonds 70% 175.000 122.500
4. Cybercriminaliteit 30% 375.000 112.500
5. Crisisbeheersing 10% 1.000.000 100.000
6. Wolfswinkel 50% 175.000 87.500
7. Huishoudelijke hulp 50% 175.000 87.500
8. BTW sportvrijstelling Concrete berekening 67.000
9. Vennootschapsbelasting (vpb) 30% 175.000 52.500
10. Inkoop en aanbesteding 70% 75.000 52.500
11. Fiscaliteit 30% 175.000 52.500
12. Beveiligingsincident 70% 75.000 52.500
13. GGD Brabant Zuidoost Concrete berekening 50.157
14. Algemene verordening gegevensbescherming 10% 375.000 37.500
15. Verkiezingen 10% 375.000 37.500
Subtotaal top 15 1.407.157
Overige risico's 288.318
Totaal 1.695.475
Risico's onvoorzien 250.000
Risico's t.b.v. zekerheidspercentage 90% 1.750.927

Twee keer per jaar worden de risico’s opnieuw geïnventariseerd en berekend. De nieuwe risico's en de risico's die niet meer in de top 15 voorkomen worden hieronder kort toegelicht. 

Nieuwe risico's top 15

Bouwkundige problemen sporthal de Landing

Er zijn bouwkundige problemen bij Sporthal de Landing. Het is niet reëel dat alle kosten van herstel volledig op de aannemer verhaald kunnen worden. 

BTW sportvrijstelling

Dit risico stond al benoemd, maar staat nu in de top 15 vanwege verhoging van het risico dat we niet het gehele bedrag ontvangen.

Stikstof

Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State uitspraak gedaan met betrekking tot het programma aanpak stikstof (PAS). Hierdoor kunnen bouwprojecten vertraging oplopen. Eind september komt er een nieuwe berekeningsmethodiek beschikbaar voor bouwprojecten om te bepalen of een bouwproject voldoet aan de voorwaarden met betrekking tot stikstofuitstoot. Mogelijk ontstaan hierdoor risico's voor bouwprojecten en kunnen te ontvangen bouwleges negatief worden beïnvloed. Dit risico is in de berekening van het noodzakelijke weerstandsvermogen (nog) niet meegenomen.

Verdwenen risico's top 15

Ondergrond brandweerkazerne

De meerwaarde van de ondergrond is bepaald en afgedragen aan Rijkswaterstaat. 

Stelpost ruimte onder BCF plafond

Dit risico staat nog steeds opgenomen, maar voor een lager bedrag, waardoor het uit de top 15 valt. 

 

Top 15 risico's

Terug naar navigatie - Top 15 risico's

1. Jeugdzorg

Door incidenten (crisis of gesloten jeugdzorg) of nieuwe cliënten met complexe jeugdcasuïstiek bestaat het risico dat er beroep wordt gedaan op de zwaardere en duurdere jeugdzorg, zonder dat dit begroot is. Ook kunnen we achteraf geconfronteerd worden met kosten als gevolg van directe verwijzers als huis- en kinderartsen, waarmee we geen rekening hebben gehouden. Een ander risico betreft de kosten van aanbieders die tot 5 jaar na inzet zorgaanbod mogen nafactureren. Deze verplichtingen zijn in kaart gebracht maar gelden voor 1 jaar waardoor eventueel nafacturering van de andere jaren kan drukken op de lopende begroting. Met de invoering van de PDC in januari 2018 lijkt er meer controle te zijn op de inzet, echter dit is een doorlopend ontwikkelproces van de producten in de PDC. Een zekerheid of dit niet tot extra kosten gaat leiden kan nog niet worden geboden.

Beheersmaatregel

In afwachting van de daadwerkelijke uitgaven zetten wij nu al in op efficiency en effectiviteit door preventief en integraal te werken in alle lagen van nulde lijn tot 2e lijn c.q. veiligheid. Hierdoor wordt waar mogelijk laagdrempelig gewerkt en vroegtijdig gesignaleerd waardoor er ruimte is om, daar waar nodig, zwaardere ondersteuning in te zetten. Daarnaast worden doorlooptijden waar mogelijk verkort (Lean werkprocessen) en wordt lokale ambulante zorg ingezet in plaats van verblijf wanneer mogelijk.
De basisvraag verheldering (triage), casusregie en het integraal werken binnen het netwerk van het CMD leveren hier een belangrijke bijdrage aan.
Met de huisartsen en zorgaanbieders zijn afspraken gemaakt om grip te krijgen op verwijzingen. Op basis van de ervaringen wordt dit verder aangescherpt. De PDC wordt doorontwikkeld om de financiële risico's te beperken.

2. Bouwkundige problemen sporthal de Landing

Er zijn bouwkundige problemen bij sporthal de Landing. Het is niet reëel dat alle kosten van herstel van de mankementen volledig op de aannemer verhaald kunnen worden. Het risico bestaat dat de gemeente zelf een substantiële bijdrage beschikbaar zal moeten stellen voor herstel van de bouwkundige problemen.

Beheersmaatregel

De aannemer die de oplevering heeft afgerond (initiële aannemer ging failliet) is financieel aansprakelijk gesteld voor de herstelkosten van het dak.

3. Algemene uitkering gemeentefonds

Via circulaires worden we enkele malen per jaar (meestal mei en september) geconfronteerd met aanpassingen in de totale ontvangsten vanuit het gemeentefonds. De afspraak tussen het Rijk en de gemeenten is dat een systematiek wordt gehanteerd van 'samen de trap op, samen de trap af'. Indien het Rijk gaat bezuinigen wordt er ook minder geld in het gemeentefonds gestort ('samen de trap af').
Schommelingen in de algemene uitkering kunnen problemen veroorzaken voor het sluitend krijgen van de begroting. Op de hoogte van de algemene uitkering kan geen invloed worden uitgeoefend. De totale ontvangst van het gemeentefonds in 2020 bedraagt circa € 19,6 miljoen.

Beheersmaatregel

De algemene uitkering maakt integraal onderdeel uit van de begroting. De schommelingen worden op het eerst volgende moment binnen de exploitatie verwerkt om deze sluitend te houden.

4. Cybercriminaliteit

Cybercriminaliteit is criminaliteit met ICT als middel én doelwit. Cybercriminaliteit is veelvoorkomend. Er zijn verschillende vormen van cybercriminaliteit. Een onoplettende medewerker of een goed uitgevoerde vorm van cybercriminaliteit kan leiden tot problemen op financieel gebied, het verlies van productieve uren of tot grote privacyrisico’s. De kans hierop neemt toe, er zijn cyberaanvallen geweest op gemeentes, ziekenhuizen, MKB bedrijven enzovoorts.

Beheersmaatregel

De CISO en FG organiseren acties om het bewustzijn rondom cybercriminaliteit binnen de organisaties te verhogen. Tevens worden medewerkers actief herinnerd aan de gedragscodes omtrent computergebruik en privacywetgeving.
Gemeenten zijn in 2015 aangesloten bij de IBD VNG en hebben de BIG (Baseline Informatieveiligheid Gemeenten) als norm voor hun informatieveiligheid ingevoerd. De BIG wordt in 2019/2020 vervangen door de BIO (baseline Informatiebeveiliging Overheid), waarbij eigenaarschap en risico analyse centraal staan. De IBD adviseert ons bepaalde maatregelen te treffen. Die voeren wij, voor zover op ons van toepassing, door.

5. Crisisbeheersing

Iedere gemeente kan te maken krijgen met incidenten, die de status van een crisis krijgen. Deze kunnen plaatsvinden zowel in het fysieke als het sociale domein. Ook kunnen crises lokaal, regionaal of bovenregionaal van karakter zijn

Beheersmaatregel

Door adequate maatregelen kunnen de effecten van een crisis beperkt worden. Lokale en regionale crisisorganisaties voorzien daarin, wat zich uit in crisiscoördinatie en -organisatie. Goede informatievoorziening, opleidingen en oefenen zijn daarbij randvoorwaarden voor succes. Implementatie van verbeterpunten uit evaluaties zorgen steeds voor verdere professionalisering van de crisisorganisatie. Daarnaast wordt ruim ingezet op preventie en preparatie om aan de voorkant crises te voorkomen. Hiervoor is ook een nieuwe regionale visie ontwikkeld. De poules zijn beter getraind en expertise wordt betrokken waar nodig. Effecten van incidenten worden door adequaat ingrijpen verder beperkt.
Met de transities is de gemeente verantwoordelijk geworden voor veel zorgtaken. Hierdoor kan de gemeente vaker partij zijn wanneer een crisis in het sociale domein zich voordoet.
In 2018 is door samenwerking van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost, Veiligheidsregio Brabant-Noord en Politie Oost-Brabant een programma terrorismegevolgbestrijding / extreem geweld gestart. Extreem geweld, waaronder terrorisme, is ook een nieuw thema in het geactualiseerde Regionaal Risicoprofiel 2019 VRBZO. Het programma wordt gedurende de komende beleidsperiode van de veiligheidsregio verder uitgediept.

6. Wolfswinkel

Meerjarig gezien is er geen sluitende exploitatie van de begraafplaats. Hierdoor is een negatief eigen vermogen ontstaan. De gemeente loopt het risico dat de stichting begraafplaats en uitvaartcentrum Wolfswinkel niet in staat is aan haar aflossingsverplichting te voldoen.

Beheersmaatregel

Omdat meerjarig gezien er geen sluitende exploitatie van de begraafplaats is, zijn de gemeente en de stichting overeengekomen dat de stichting zal onderzoeken op welke wijze de exploitatie sluitend dan wel positief kan worden gemaakt. Onderdeel daarvan is een onderzoek naar de haalbaarheid van een crematorium.

7. Huishoudelijke hulp

In 2017 heeft de reparatie van de huishoudelijke hulp plaatsgevonden en is huishoudelijke hulp weer een Wmo-voorziening geworden. Hiervoor is m.i.v. 2017 extra budget opgenomen in de begroting. Onzekerheid of het budget toereikend zal zijn hangt af van het aantal cliënten. Dat aantal is stabiel maar kan fluctueren. Gelet op de demografische ontwikkelingen is de verwachting daarbij dat het aantal eerder toe- dan afneemt. De onzekerheid met betrekking tot aantallen geldt ook voor de ondersteuning bij het huishouden (met regie).
De in het regeerakkoord opgenomen eigen bijdrage van € 17,50 per 2019 zou een behoorlijk aanzuigende werking kunnen hebben op het aantal cliënten. Per 2020 wordt dit 19 euro per maand. Wanneer de bekendheid van deze maatregel toeneemt bij inwoners zal het aantal aanvragen ook toenemen. Inwoners die het nu zelf hebben geregeld (al dan niet in het grijze circuit) zijn dan aanmerkelijk goedkoper uit wanneer het een maatwerkvoorziening wordt.

Beheersmaatregel

We houden vast aan de uitgangspunten die we hebben geformuleerd ten aanzien van het beleid Wmo (eigen kracht, eigen keuze, participeren indien mogelijk, integraal werken). Dit betekent dat wanneer burgers het zelf kunnen regelen en het ook daadwerkelijk regelen er geen reden is voor het toekennen van een voorziening.

8. BTW sportvrijstelling

Met ingang van 1 januari 2019 wordt de sportvrijstelling verruimd, waardoor deze breder van toepassing wordt dan tot nu toe het geval was. Gemeenten die tot op heden gelegenheid geven tot sportbeoefening met 6% btw kunnen de huidige handelwijze vanaf 1 januari 2019 in veel gevallen niet voortzetten.
In plaats hiervan kan op grond van de SPUK (specifiek uitkering voor 5 jaren) kunnen gemeenten een specifieke uitkering aanvragen voor hun sportuitgaven. Deze uitkering bedraagt 17,5% van de gerealiseerde bestedingen in verband met activiteiten in het kader van sport.
Over het jaar 2019 is een bedrag van € 152 miljoen beschikbaar gesteld voor de SPUK. Indien het totale bedrag aan SPUK-aanvragen dit plafond overschrijdt, worden de uitkeringen naar rato toegekend.
Daarnaast biedt de regeling geen oplossing voor bestaande situaties. Alleen bestedingen vanaf 1 januari 2019 komen in aanmerking voor de SPUK. Gemeenten die hun sportaccommodaties tot op heden btw-belast hebben geëxploiteerd en de btw op investeringen in aftrek hebben gebracht, lopen nog steeds het risico op een herziening en terugbetalingsverplichting van die btw per 1 januari 2019.
Eind mei 2019 is de aanvraag ingediend, deze is nu in behandeling bij het ministerie. Vooralsnog is niet duidelijk of het aangevraagde bedrag volledig wordt toegekend. De totale aanvraag is met 50% overtekend. De impact is nog niet helder. Wij nemen nu in plaats van 10% risico 25 % risico op (Aangevraagd € 267.809,-)

Beheersmaatregel

De aanvraag wordt zo volledig en correct mogelijk ingevuld.

9. Vennootschapsbelasting

Met ingang van 1 januari 2016 is de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen in werking getreden. Dit houdt in dat jaarlijks een fiscale aangifte moet worden ingediend. Eerst wordt een voorlopige aangifte gedaan, gevolgd door de definitieve.
In 2019 is de definitieve aangifte 2016 ingediend met een begeleidend schrijven aan de belastingdienst. De ondertekening van de vaststellingsovereenkomst, die de belastingdienst per gemeente wil afsluiten, wordt nader afgestemd met B&W. In november 2019 wordt ook de definitieve aangifte 2017 ingediend.

Beheersmaatregel

Verdere vervolgstappen vooruitlopend op het oordeel van de belastingdienst op het afstemmingsverzoek kunnen nog niet worden genomen.

10. Inkoop en aanbesteding

De volgende risico's hebben betrekking op inkoop en aanbesteding:
1. Als gevolg van het niet juist hanteren van de aanbestedingsplicht kan een marktpartij rechtsmiddelen aanwenden tegen een gunningsbesluit. Dit leidt tot een vertraging met financiële en juridische gevolgen;

2. Niet rechtmatige inkopen kunnen bovendien leiden tot een afkeurende verklaring (rechtmatigheid) bij de jaarrekening. Hierdoor bestaat de kans op negatieve publiciteit;

3. Contracten kunnen stilzwijgend verlengd worden tegen ongunstige voorwaarden. Of door het niet bundelen van opdrachten worden besparingsmogelijkheden niet benut.

Beheersmaatregel

Na de inwerkingtreding van de Aanbestedingswet 2012 is bij de implementatie daarvan veel voorlichting gegeven, de procedure uitvoering beschreven en checklists opgesteld. Elke inkoop gebeurt in beginsel vanuit het principe materiedeskundige (beleidsambtenaar), inkoper (Bizob) en een jurist. Dit is afhankelijk van de inkoopwaarde en/of potentiële risico’s die met de inkoop gepaard gaan. Vragen kunnen zowel aan Bizob als aan het cluster Juridische Zaken & Kabinet gesteld worden.

Inkoop en Aanbesteding is onderdeel van de verbijzonderde interne controle. Hierbij worden zowel procesgerichte (deelwaarneming) als gegevensgerichte (inkoopanalyse) controles uitgevoerd. Fouten en/of verbetervoorstellen worden teruggekoppeld.

Als gevolg van de gewijzigde EU-richtlijnen is de Aanbestedingswet 2012 gewijzigd. Op 18 juli 2017 is het inkoopbeleid, met inbegrip van het inkoophandboek en –procedures, vastgesteld. Daarbij zijn – overeenkomstig de landelijke en regionale lijn - de drempels voor de interne procedures vereenvoudigd waardoor het risico op het niet goed volgen van intern beleid verder is verkleind.

11. Fiscaliteit

De gemeente is aansprakelijk voor fouten in loonbelastingopgaves, BTW aangiften, opgave BTW compensatiefonds en de WKR. Bovendien kan de gemeente aansprakelijk worden gesteld voor belastingschulden van andere bedrijven op basis van inleners of ketenaansprakelijkheid.

Beheersmaatregel

Met het oog op de ontwikkelingen rondom 'Horizontaal Toezicht' met de Belastingdienst wordt er gewerkt aan een 'Tax Control Framework'. Dit betekent niet dat het risico komt te vervallen.

12. Beveiligingsincident

De Dommelvallei organisaties zijn informatie intensieve organisaties met een primaire focus op de dienstverlening. Deze organisatie kenmerken vragen om een betrouwbare en veilige informatievoorziening.

De IBD geeft in het dreigingsbeeld 2019-2020 duidelijk onderstaand signaal af, dat de kans op beveiligingsincidenten toeneemt.

“Inwoners en ondernemers moeten erop kunnen vertrouwen dat hun gegevens veilig zijn, dat de informatie die de gemeente uitwisselt met andere overheden betrouwbaar is en dat de gemeente zorgt voor een veilige leefomgeving. Betrouwbare informatie is de belangrijkste grondstof voor een gemeente om haar werk goed te kunnen doen. De risico’s van een slechte informatiebeveiliging zijn talrijk: privacy schendingen door een datalek, economische schade door het uitlekken van vertrouwelijke plannen, fysieke schade door storingen in systemen in de openbare ruimte. En informatiediefstal door criminele organisaties, met andere woorden ondermijning van gemeentelijke processen."

Beheersmaatregel

In 2015 hebben de vier organisaties (Geldrop-Mierlo, Nuenen, Son en Breugel en Dienst Dommelvallei) het informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld. In dit beleid wordt op strategisch en tactisch niveau beschreven welke uitgangspunten gelden ten aanzien van de informatiebeveiliging van de Dommelvallei organisaties. Dit beleid moet samen met de technische beveiligingsmaatregelen en de aandacht voor een goede houding en gedrag van medewerkers de risico’s verlagen.
Jaarlijks wordt de ENSIA zelf-audit uitgevoerd, de verplichte maatregelen voor DigiD en Suwinet zijn ingevoerd.

13. GGD Brabant Zuidoost

De Gemeenschappelijke Regeling GGD Brabant Zuidoost heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de publieke gezondheidszorg en de ambulancezorg. Op basis van de begroting wordt financieel bijgedragen.
Het onafgedekte risico, zijnde € 2.300.000,-, dient te worden op genomen in de eigen risicoparagraaf van de deelnemende gemeentes, herrekend naar de risicowaarde per gemeente.

Beheersmaatregel

Via de begroting, jaarrekening en rapportages worden de ontwikkelingen periodiek en intensief gevolgd. Eventuele effecten kunnen rechtstreeks verwerkt worden in de eigen begroting.
Daarnaast is sprake van deelname in het bestuur.

14. Algemene verordening gegevensbescherming

Gemeenten slaan allerlei persoonsgegevens op. Deze persoonsgegevens zijn vertrouwelijk en moeten goed worden beschermd. In de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), die sinds 25 mei 2018 van kracht is, zijn hiervoor regels vastgesteld.
Ook de gemeente moet de AVG naleven. Doet de gemeente dit niet, dan is de Autoriteit Persoonsgegevens bevoegd om corrigerende maatregelen te nemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een waarschuwing of een boete. De AP houdt bij haar beoordeling van de maatregel onder andere rekening met de aard, ernst en duur van de inbreuk, het aantal getroffen betrokkenen en de omvang van de door hen geleden schade. De AP heeft inmiddels de eerste boetes opgelegd. Deze boetes dienen doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend te zijn. De AP kan een overheidsorganisatie een maximale boete van € 20.000.000,- opleggen.

Ook het niet melden van datalekken kan een boete tot gevolg hebben. Een datalek is het verlies of de ongeoorloofde toegang tot persoonsgegevens. Voorbeelden hiervan zijn het kwijtraken van een USB-stick, een tablet of een laptop waar persoonsgegevens op staan. Een datalek kan ook ontstaan wanneer er een mail met persoonsgegevens naar een verkeerde persoon wordt gestuurd. Datalekken moeten, afhankelijk van het privacyrisico, bij de Autoriteit Persoonsgegevens worden gemeld. De gemeente is verplicht een datalekkenregister bij te houden en aan te kunnen tonen welke maatregelen er genomen zijn om de nadelige gevolgen van het datalek te beperken.

Beheersmaatregel

Via onder andere presentaties en het intranet worden medewerkers continue geïnformeerd over de AVG en de gevolgen hiervan voor de eigen werkzaamheden. We hebben een verwerkingenregister waarin de verwerkingen van persoonsgegevens zijn opgenomen. Ook voeren we Data Protection Impact Assessments (DPIA’s) uit. Dit is een instrument om het privacyrisico van een beoogde gegevensverwerking voor betrokkenen in kaart te brengen. Daarnaast zijn we bezig om met onze verwerkers verwerkersovereenkomsten af te sluiten. Hierin staan afspraken over de maatregelen die verwerkers moeten nemen om de persoonsgegevens van onze burgers passend te beveiligen. Verder hebben we een procedure Beveiligingsincidenten en datalekken, waarmee we borgen dat datalekken juist en tijdig worden gemeld en afgehandeld. In ons datalekkenregister houden we bij welke datalekken er zijn gemeld en hoe we deze hebben gedicht.

De gemeente heeft een privacybeheerder die ondersteunt en adviseert bij privacyvraagstukken. Daarnaast heeft de gemeente een Functionaris Gegevensbescherming (FG) aangesteld die er op toeziet dat de AVG wordt nageleefd.

15. Verkiezingen

In de meerjarenraming is rekening gehouden met de regulier te verwachten verkiezingen. In het geval dat er extra verkiezingen worden uitgeschreven wordt een financieel risico gelopen.

Beheersmaatregel

Dit is niet beïnvloedbaar. Als sprake is van tussentijdse verkiezingen zullen deze moeten worden georganiseerd.

 

Weerstandscapaciteit in cijfers

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit in cijfers

De beschikbare weerstandscapaciteit is de verzamelterm van al die bronnen waaruit niet voorziene financiële tegenvallers bekostigd kunnen worden.

Beschikbare weerstandscapaciteit

Incidentele weerstandscapaciteit Peildatum 1-1-2020
Primair Algemene risicoreserve 2.681.000 1
Reserve vrije bestedingsruimte 2.668.000 2
Secundair Algemene reserve 1.622.000 1
Stille reserves p.m.
Totaal incidentele weerstandscapaciteit 6.971.000
Structurele weerstandscapaciteit
Primair Post onvoorzien 72.000
Totaal structurele weerstandscapaciteit 72.000
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit 7.043.000

1 Stand 1 januari 2020 
2 O.b.v. laagste stand meerjarenraming 2020-2023 na verwerking jaarrekening 2018.

Er is veel meer incidentele capaciteit beschikbaar dan structurele capaciteit. Dit is het aandeel dat in principe jaarlijks kan worden vrijgemaakt voor financiële tegenvallers. De incidentele capaciteit kan slechts eenmaal worden aangesproken en kan pas na aanvulling weer worden gebruikt om volgende tegenvallers te kunnen opvangen. Naast de onderverdeling structureel/incidenteel kan ook nog een onderscheid worden gemaakt in primaire c.q. secundaire buffers. In feite kunnen alleen de algemene risicovoorziening, het vrij aanwendbare deel van de reserve vrije bestedingsruimte en de post onvoorzien tot de primaire buffers worden gerekend. Deze zijn direct inzetbaar voor het afdekken van mogelijke risico’s, zonder verstrekkende gevolgen voor de begroting. De aanwending van de overige posten (secundaire buffers) heeft wel noemenswaardige consequenties (rentederving op de exploitatie, belastingtarieven verhogen).

Weerstandsvermogen
Er wordt uitgegaan van een gewenste minimale score voor de ratio weerstandsvermogen van ‘voldoende’ (ratio ≥ 1). Deze verhouding wordt bepaald door de volgende ratio:

Ratio weerstandsvermogen =

Beschikbare weerstandscapaciteit
Benodigde weerstandscapaciteit

De ratio weerstandsvermogen kan als volgt worden vastgesteld:

Ratio weerstandsvermogen =

€ 7.043.000 = 4,02
€ 1.750.927

Geconcludeerd kan worden dat het weerstandsvermogen van de gemeente met een weerstandsratio van 4,02 meer dan toereikend is om de risico’s op te vangen.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Kengetallen geven inzicht in bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen bijdragen aan het beoordelen van de financiële positie van de gemeente. De combinatie van de kengetallen geven een indicatie over de financiële positie van de gemeente. Daarnaast bieden kengetallen de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken.

De volgende financiële kengetallen moeten in de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen worden:

  • netto schuldquote;
  • netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen;
  • solvabiliteitsratio; 
  • grondexploitatie;
  • structurele exploitatieruimte;
  • belastingcapaciteit.


Uitgangspunten
Voor de kolommen realisatie is uitgegaan van de balans zoals opgenomen in de betreffende jaarrekening. De kengetallen voor de begroting 2019 zijn afkomstig uit de meerjarenbegroting 2019-2022. De kengetallen voor 2020-2023 zijn afkomstig uit voorliggende meerjarenbegroting.

Omschrijving Realisatie Begroting
2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Netto schuldquote 17% 17% 4% 28% 38% 45% 46% 43%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 14% 15% 1% 26% 35% 43% 43% 40%
Solvabiliteitsratio 70% 67% 71% 60% 53% 52% 52% 53%
Grondexploitatie 45% 38% 11% 18% 1% -7% -12% -12%
Structurele exploitatieruimte 6% -2% 1% 1% 0% 1% 1% 2%
Belastingcapaciteit 81% 82% 84% 87% 86% 86% 86% 86%


Hieronder volgt per kengetal een korte toelichting.

Netto schuldquote



De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).

De prognose is dat de netto schuldquote stijgt, dit komt onder andere doordat er meer investeringen verwacht worden. Hierdoor worden er meer (kasgeld)leningen aangetrokken.

Solvabiliteitsratio



Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van een gemeente.

De verwachting is dat het eigen vermogen afneemt en hiermee ook het solvabiliteitsratio.

Grondexploitatie



De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Indien gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor een (toekomstige) woningbouwproject hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de verkochte gronden kan immers de schuld worden afgelost. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten.

Zoals blijkt uit bovenstaande grafiek laat de grondexploitatie een forse daling zien. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de bouwgrond in exploitatie afneemt. Dit is een positieve trend, omdat hiermee de grondexploitatierisico’s aanzienlijk dalen.

Structurele exploitatieruimte



Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken.

In 2020 en verder is de structurele exploitatieruimte 0% of hoger. Dit is positief en dit betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken.

Belastingcapaciteit



De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar deze kan worden opgevangen of dat er ruimte is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven is een ijkpunt nodig. In dit geval landelijk gemiddelde tarieven.
Voor de gemeenten wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Naast de OZB wordt tevens gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing omdat de heffing niet kostendekkend hoeft te zijn, maar ook lager mag worden vastgesteld.

De belastingcapaciteit is gestegen naar 86%. Ondanks de stijging is de belastingcapaciteit fors lager dan het landelijk gemiddelde dat op 100% is gesteld.

Conclusie
Er is sprake van een forse geprognosticeerde verlaging van de grondpositie in de meerjarenbegroting 2020-2023. Echter worden er meer investeringen verwacht waardoor de Netto Schuldquote (incl. gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) in de komende jaren stijgt. Het solvabiliteitsratio neemt in de komende jaren af doordat het eigen vermogen daalt. De verwachting is dat de structurele exploitatieruimte de komende jaren constant blijft.