Afronden herziening bestemmingsplannen

Om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen uit het rijks- en provinciaal beleid, de doorwerking van bepalingen uit de Structuurvisie Mobiliteit en Ruimte (Rijksbeleid), de Erfgoedwet (cultuurhistorische regelingen), bepalingen uit de Structuurvisie provincie Noord-Brabant en de Verordening Ruimte (provinciaal beleid), dienen we de vigerende bestemmingsplannen tijdig te herzien.

Het bestemmingsplan "Bebouwde kommen; Herziening 2017" is inmiddels onherroepelijk. Nieuwe beleidsthema’s en wensen met betrekking tot de ‘mogelijkheden voor woningsplitsing’ en ‘kamergewijze verhuur’ van bestaande woningen hebben we daarin (onder voorwaarden) mogelijk gemaakt.
In het kader van de procedure van het bestemmingsplan "Ekkersrijt; Herziening 2017" heeft de Raad van State een 'tussenuitspraak' gedaan. We hebben de opdracht (via een 'bestuurlijke lus') om uiterlijk april 2020 op één onderdeel (ontsluitingsstructuur bedrijf Jansen) een nieuw besluit van de raad aan te reiken. Deze werkzaamheden zijn door het inhuren van een externe kracht inmiddels gestart. Daarmee kan de procedure in 2020 worden afgerond. 
Tegen het  bestemmingsplan "Buitengebied; Herziening 2017" is beroep aangetekend. Wij zullen verweer voeren. Afronding van deze procedure zal in 2020 plaatsvinden.
Inmiddels hebben we het bestemmingsplan"Bebouwde kommen; Herziening 2019" (als uitvloeisel van een uitspraak van de Raad van State om de bestemming 'Wonen; Boswonen' anders te regelen), in procedure gebracht (ontwerpplan ter visie). Afhankelijk van zienswijzen en eventueel beroep volgt afronding in 2019/2020.

Er is een begin gemaakt met het offertetraject om de verkoop van de reststroken groen ook te gaan verwerken in al onze bestemmingsplannen.

De herziene bestemmingsplannen dienen we, in verband met de juridische leesbaarheid, nog om te zetten naar een zgn. geconsolideerde versie. Dat gaan in 2019/2020 oppakken. 

Jaarlijks vinden werkzaamheden plaats om bestemmingsplannen af te stemmen op gerechtelijke uitspraken, doen we onderzoeken, huren we externe expertise in, bereiden we planologisch stedenbouwkundige studies voor, maken we kosten voor ‘second opinions', hebben we te maken met proces- en gerechtskosten en dergelijke. Voor deze meer algemeen voorkomende zaken vragen we jaarlijks een structurele bijdrage. Dit zal voor 2020 en volgende jaren zo blijven.

Actualisatie bestemmingsplannen 10 jaar na vaststelling

Als gevolg van de "Wet afschaffing actualiseringsplicht bestemmingsplannen en beheersverordeningen" die op 1 juli 2018 in werking is getreden, hoeven we de vigerende bestemmingsplannen die een looptijd hebben van maximaal 10 jaar, niet opnieuw te actualiseren. De reden hiervoor is dat op 1 januari 2021 de Omgevingswet in werking treedt, waardoor  bestemmingsplannen overgaan in het gemeentelijke omgevingsplan. Omdat we kunnen afzien van de vereiste actualisatie van de bestemmingsplannen besparen we  tijd en geldt, die ingezet kunnen worden voor de implementatie van de Omgevingswet. Om die reden zijn voor de actualisatie van de vigerende bestemmingsplannen geen voorstellen gedaan om hiervoor budget beschikbaar te stellen. Anders zou in 2020 een eerste actualisatie hebben moeten plaatsvinden.

Nieuwe visies

Nieuwe wet- en regelgeving (incl. jurisprudentie) dienen op een effectieve wijze een doorwerking te krijgen in onze bestaande juridische plannen (nu nog bestemmingsplannen, vanaf 1 januari 2021 het omgevingsplan).
Waar thema’s nog geen beleidsmatige en/of juridische invulling hebben gekregen, is de kaderstelling hiervoor wel aan de orde vanwege concrete ontwikkelingen die spelen.
In 2019 hebben we in eigen beheer gewerkt aan de beleidsvisie ‘bed en ontbijt'. Het opstellen van een beleidsvisie met betrekking tot de vertaling van de energie- en klimaatambities in de vorm van zonnepaneelvelden en andere vormen van duurzame energieopwekking is in 2019 van start gegaan.  
Voor het vertalen van deze visies in één of meerdere juridische planvormen voor de periode 2019 – 2022 vragen we  jaarlijks een budget.

Voor nieuwe beleidsvisies geldt, dat we met de inhoudelijke vormgeving al rekening houden met de komst van de Omgevingswet. Dat kan betekenen dat er een voorlopig beleidskader aangeboden zal worden en dat pas in het kader van de omgevingsvisie en/of het omgevingsplan er een definitief (juridisch) kader naar de geest van de Omgevingswet kan worden vastgesteld.