Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf wordt de financiële robuustheid van de gemeente weergegeven.
Onder weerstandsvermogen wordt in algemene zin verstaan de mogelijkheid om tegenvallers op te vangen. Het weerstandsvermogen betreft de relatie tussen:

  • (Beschikbare) weerstandscapaciteit:

De middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten te dekken

  • Benodigde weerstandscapaciteit:

Risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie van de gemeente. Het betreft risico’s die eenmalig onverwacht kunnen optreden en geen normale bedrijfsvoeringsrisico’s zijn.

Coronavirus

Op het moment dat de gemeenteraad deze jaarstukken 2019 vaststelt (2 juli 2020) is er sprake van een wereldwijde crisis door het coronavirus (COVID-19). Voor de risico’s, zie “gebeurtenis na balansdatum” bij “Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling” en voor de operationele maatregelen, zie de paragraaf bedrijfsvoering onder “Coronavirus”.
De belangrijkste gevolgen voor zover deze op dit moment zijn in te schatten zijn:
• de extra uitvoeringskosten voor de aanvullende maatregelen vanuit het rijk;
• de extra bijstandsuitgaven;
• de extra uitgaven voor aanvullende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus zoveel mogelijk te beperken;
• de extra uitgaven om de economische schade zoveel mogelijk te beperken;
• in hoeverre de gemeente vanuit het rijk hiervoor gecompenseerd worden.

We streven naar een zo adequaat mogelijke uitvoering van de landelijke en lokale maatregelen en naar zoveel mogelijk continuïteit van de reguliere werkzaamheden en van noodzakelijke (digitale) besluitvorming en hebben daarvoor de nodige interne maatregelen genomen.

Beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's

Terug naar navigatie - Beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's

In de raadsvergadering van 21 maart 2013 heeft de raad de ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ vastgesteld. In de nota wordt het beleidskader voor het weerstandsvermogen beschreven. Dit kader luidt als volgt:

  • De gemeenteraad wordt via de planning- en controldocumenten geïnformeerd over de 15 belangrijkste risico’s, de beschikbare weerstandscapaciteit en de ratio van het weerstandsvermogen;
  • De ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ wordt als basis gehanteerd voor de opstelling van de verplicht voorgeschreven paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de meerjarenprogrammabegroting en de jaarrekening;
  • Voor de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit worden de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves buiten beschouwing gelaten;
  • Uitgegaan wordt van een gewenste minimale score voor de ratio weerstandsvermogen van ‘voldoende’ (ratio > 1);
  • Als de ratio weerstandsvermogen door de toename van risico’s onder de 1 uitkomt, zal ofwel de beschikbare weerstandscapaciteit worden aangevuld, ofwel extra inspanningen worden gedaan om de benodigde weerstandscapaciteit terug te brengen. In deze situatie zal het college voorstellen doen aan de gemeenteraad die ervoor moeten zorgen dat het weerstandsvermogen weer op het gewenste niveau komt.

In de ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ is uitvoerig ingegaan op het wettelijk kader, de inventarisatie van de risico’s en de weerstandscapaciteit. De beleidsconclusies zijn hierboven weergegeven.
In deze jaarrekening heeft een actualisatie plaatsgevonden van de weerstandscapaciteit, de risico’s en het weerstandsvermogen.

Top 15 inventarisatie van de risico's

Terug naar navigatie - Top 15 inventarisatie van de risico's

In veel gevallen kunnen we de exacte waarde van een risico niet bepalen. Om de risico’s toch te kwantificeren werken we met klassengemiddelden. Deze klassengemiddelden leiden tot de financiële gevolgen in onderstaande tabel. De risicowaarde bepalen we vervolgens aan de hand van de volgende berekening:

Risicowaarde in € = percentage ‘Kans’ x ‘Gevolg in €

Het totaal aan risicowaarden vormt de benodigde weerstandscapaciteit. Omdat niet alle risico’s zich tegelijk manifesteren, wordt gerekend met een zekerheidspercentage van 90%. Hieronder treft u de top 15 van grootste risico's aan.

Risico Kans in % Kans in € Risicowaarde
1. Jeugdzorg 90% 375.000 337.500
2. Wolfswinkel 50% 375.000 187.500
3. Bouwkundige problemen Sporthal de Landing 90% 175.000 157.500
4. Algemene uitkering gemeentefonds 70% 175.000 122.500
5. Huishoudelijke hulp 70% 175.000 122.500
6. Attero - compensatieovereenkomst 90% 132.434 119.191
7. Cybercriminaliteit 30% 375.000 112.500
8. Crisisbeheersing 10% 1.000.000 100.000
9. Dienst Dommelvallei Concrete berekening 58.905
10. Vennootschapsbelasting 30% 175.000 52.500
11. Inkoop en aanbesteding 70% 75.000 52.500
12. Fiscaliteit 30% 175.000 52.500
13. Beveiligingsincident 70% 75.000 52.500
14. GGD Brabant Zuidoost Concrete berekening 42.585
15. Algemene verordening gegevensbescherming 10% 375.000 37.500
Subtotaal top 15 1.608.181
Overige risico's 473.813
Risico's onvoorzien 250.000
Totaal 2.331.994
Risico's t.b.v. zekerheidspercentage 90% 2.098.794

Twee keer per jaar worden de risico’s opnieuw geïnventariseerd en berekend. Bijzonderheden, de nieuwe risico's en de risico's die niet meer in de top 15 voorkomen worden hieronder kort toegelicht. 

Nieuwe risico's top 15

Attero-compensatieovereenkomst en Dienst Dommelvallei

Beide risico's waren benoemd, maar staan nu in de top 15 vanwege een hogere risicowaarde.

 

Verdwenen risico's top 15

Btw sportvrijstelling en Verkiezingen

Beide risico zijn nog steeds opgenomen, maar voor een lager bedrag, waardoor ze uit de top 15 vallen.

Top 15 risico's

Terug naar navigatie - Top 15 risico's

1. Jeugdzorg

Door incidenten (crisis of gesloten jeugdzorg) of nieuwe cliënten met complexe jeugd casuïstiek bestaat het risico dat er beroep wordt gedaan op de zwaardere en duurdere jeugdzorg, zonder dat dit begroot is. Ook kunnen we achteraf geconfronteerd worden met kosten als gevolg van directe verwijzers als huis- en jeugdartsen en gecertificeerde instellingen. Deze medische verwijsroute is wettelijk ingeregeld.
Een ander risico betreft de kosten van aanbieders die tot 5 jaar na inzet zorgaanbod mogen nafactureren. Deze verplichtingen zijn in kaart gebracht maar gelden voor 1 jaar, waardoor eventueel nafacturering van de andere jaren kan drukken op de lopende begroting.

Beheersmaatregel 

In afwachting van de daadwerkelijke uitgaven zet het CMD doorlopend in op efficiency en effectiviteit. Dit door preventief en integraal te werken in alle lagen van nulde lijn tot 2e lijn c.q. veiligheid. Vroegtijdig signaleren biedt ruimte om zo licht mogelijk en zo zwaar als nodig ondersteuning in te zetten. De basisvraag verheldering (triage), casusregie en het integraal werken binnen het netwerk van het CMD leveren hier een belangrijke bijdrage aan.
Met zowel zorgaanbieders als lokale huisartsen zijn duidelijke afspraken gemaakt over verwijzingen, zodat het CMD hier zoveel mogelijk grip op krijgt. Daarnaast is de categorie Begeleiding en Specialistische behandeling uit de PDC doorontwikkeld. Per 1-1-2020 wordt er gewerkt met uur- in plaats van maandtarieven. Naar verwachting kan hierdoor beter gestuurd worden op de doorlooptijd van zorg en de daarmee gemoeide kosten. Tenslotte worden er n.a.v. het onderzoek CMD duidelijke afspraken gemaakt over verwachtingen van en kaders voor het CMD.


2. Wolfswinkel

Meerjarig gezien is er geen sluitende exploitatie van de begraafplaats. Hierdoor is een negatief eigen vermogen ontstaan. De gemeente loopt het risico dat de stichting begraafplaats en uitvaartcentrum Wolfswinkel niet in staat is aan haar aflossingsverplichting te voldoen.

Beheersmaatregel

Er is meerjarig gezien geen sluitende exploitatie van de begraafplaats geweest. De realisatie van een crematorium wordt onderzocht om een sluitende exploitatie te realiseren. De onderzoekskosten hebben geleid tot een verdere verslechtering van de resultaten. Hierdoor is het kassaldo van de stichting gedaald naar een dermate laag niveau dat de kans groot is dat ze niet kunnen voldoen aan de jaarlijkse verplichtingen. De gemeente is voor 50% deelgenoot in de stichting en heeft voor de gebouwen exploitatieleningen verstrekt. De jaarlijkse rente en aflossing lasten bedragen € 30.000,- per jaar. Daarnaast is de onderhoudsvoorziening van de panden op de begraafplaats niet op het niveau om het noodzakelijke onderhoud uit te voeren. Om aan de wettelijke taak van de Wet op lijkbezorging te voldoen is het risico hoger gekwalificeerd dan voorgaande jaren.


3. Bouwkundige problemen sporthal de Landing

Er zijn bouwkundige problemen bij sporthal de Landing. Het is niet reëel dat alle kosten van herstel van de mankementen volledig op de aannemer verhaald kunnen worden. Het risico bestaat dat de gemeente zelf een substantiële bijdrage beschikbaar zal moeten stellen voor herstel van de bouwkundige problemen. Naast de bouwkundige mankementen vormt ook de warmte-koude installatie een punt van zorg.

Beheersmaatregel

De aannemer heeft het dak weer waterdicht gemaakt. Vervanging van het dak is dan ook niet aan de orde. In 2020 wordt het meerjaren onderhoudsplan herzien. Daarbij wordt nadrukkelijk naar de bouwkundige staat van de Landing gekeken en naar de warmte-koude installatie.

4. Algemene uitkering gemeentefonds

Via circulaires wordt de gemeente 2 maal per jaar geconfronteerd met aanpassingen vanuit het gemeentefonds. De afspraak tussen het Rijk en de gemeenten is 'samen de trap op, samen de trap af'. Indien het Rijk bezuinigt, wordt er ook minder geld in het gemeentefonds gestort.

Deze schommelingen in de algemene uitkering kunnen problemen veroorzaken voor het sluitend krijgen van de begroting. Op de hoogte van de algemene uitkering kan geen invloed worden uitgeoefend.

De geplande herijking van de totale algemene uitkering uit het gemeentefonds is doorgeschoven van 2021 naar 2022. Het doorschuiven van de ingangsdatum geldt zowel voor het deel Sociaal Domein als voor de rest van de algemene uitkering. Er is een onderzoek geweest, waarbij de eerste resultaten laten zien dat de herijking negatief kan uitpakken voor de gemeente.

Het kabinet is ook van plan om de Financiële Verhoudingswet te wijzigen. Als tussenvorm tussen de huidige specifieke uitkeringen en de algemene uitkering wil men gerichte uitkeringen introduceren. Bij gerichte uitkeringen moet informatie verstrekt worden over het behalen van de vooraf gestelde doelen.

Beheersmaatregel

De algemene uitkering maakt integraal onderdeel uit van de begroting. De schommelingen worden op het eerst volgende moment binnen de exploitatie verwerkt om deze sluitend te houden.


5. Huishoudelijke hulp

In 2017 heeft de reparatie van de huishoudelijke hulp plaatsgevonden en is huishoudelijke hulp weer een Wmo-voorziening geworden. Hiervoor is m.i.v. 2017 extra budget opgenomen in de begroting. Onzekerheid of het budget toereikend zal zijn hangt af van het aantal cliënten.
Door de invoering van het abonnementstarief (alle cliënten betalen een maximale eigen bijdrage van € 19,- per maand) neemt het aantal cliënten toe. Inwoners die deze zorg nu zelf hebben geregeld (al dan niet in het grijze circuit) zijn namelijk aanmerkelijk goedkoper uit wanneer het een maatwerkvoorziening wordt. Wanneer de bekendheid van deze maatregel nog verder toeneemt bij inwoners, zal het aantal aanvragen ook toenemen.

Beheersmaatregel

We houden vast aan de uitgangspunten die we hebben geformuleerd ten aanzien van het beleid Wmo (eigen kracht, eigen keuze, participeren indien mogelijk, integraal werken). Dit betekent dat wanneer burgers het zelf kunnen regelen en het ook daadwerkelijk regelen er wordt aangegeven dat ze dat ook vooral moeten blijven doen. Er is echter geen grond binnen de Wmo (noch op basis van jurisprudentie) om op basis van het inkomen een voorziening te weigeren.


6. Attero-compensatieovereenkomst

Formeel hebben de gewesten in Brabant een contract met Attero over het verbranden van afval. In dit contract is een minimum-hoeveelheid opgenomen. Vanaf 2011 is deze minimum hoeveelheid niet aangeleverd door de gewesten gezamenlijk.
Momenteel ligt er een claim van Attero over 2015 t/m jan 2017. Er is een uitspraak gedaan door een arbitragecommissie en de gemeenten zijn daarin in het ongelijk gesteld.
Er is een factuur van € 6,1 miljoen als naheffing gestuurd naar de MRE. Deze factuur is door het MRE betaald. Inmiddels is vanuit de VvC een procedure gestart bij het Gerechtshof om het vonnis te vernietigen. Een uitspraak wordt eind 2020 verwacht. In de tussenliggende periode wordt dit bedrag nog niet verrekend met de gemeenten.

Over die verrekening bestaat namelijk binnen het MRE onenigheid tussen de gemeenten. De niet-diftar-gemeenten staan op het standpunt dat zij het tekort niet hebben veroorzaakt en dus ook hiervoor niet gaan betalen. Op dit moment is dus nog niet aan te geven hoe de kosten verdeeld zullen worden over de gemeenten. Ook binnen de gewesten bestaat overigens nog onenigheid over de verdeling van de kosten. De discussie hierover wordt verschoven tot na de uitspraak over de vernietigingsprocedure.

Beheersmaatregel

De berekening van het te betalen bedrag is arbitrair want het gaat uit van solidariteit, terwijl je ook een heel andere invalshoek kan gebruiken, zoals daadwerkelijke minderlevering van restafval.


7. Cybercriminaliteit

Cybercriminaliteit is criminaliteit met ICT als middel én doelwit. Cybercriminaliteit is veelvoorkomend. Er zijn verschillende vormen van cybercriminaliteit. Een onoplettende medewerker of een goed uitgevoerde vorm van cybercriminaliteit kan leiden tot problemen op financieel gebied, het verlies van productieve uren of tot grote privacyrisico’s. De kans hierop neemt toe, er zijn cyberaanvallen geweest op gemeentes, ziekenhuizen, MKB bedrijven enzovoorts.

Beheersmaatregel

De CISO en FG organiseren acties om het bewustzijn rondom cybercriminaliteit binnen de organisaties te verhogen. Tevens worden medewerkers actief herinnerd aan de gedragscodes omtrent computergebruik en privacywetgeving.
Gemeenten zijn in 2015 aangesloten bij de IBD VNG en hebben de BIG (Baseline Informatieveiligheid Gemeenten) als norm voor hun informatieveiligheid ingevoerd. De BIG wordt in 2019/2020 vervangen door de BIO (baseline Informatiebeveiliging Overheid), waarbij eigenaarschap en risico analyse centraal staan. De IBD adviseert ons bepaalde maatregelen te treffen. Die voeren wij, voor zover op ons van toepassing, door.


8. Crisisbeheersing

Iedere gemeente kan te maken krijgen met incidenten, die de status van een crisis krijgen. Deze kunnen plaatsvinden zowel in het fysieke als het sociale domein. Ook kunnen crises lokaal, regionaal of bovenregionaal van karakter zijn.

Beheersmaatregel

Door adequate maatregelen kunnen de effecten van een crisis beperkt worden. Lokale en regionale crisisorganisaties voorzien daarin, wat zich uit in crisiscoördinatie en -organisatie. Goede informatievoorziening, opleidingen en oefenen zijn daarbij randvoorwaarden voor succes. Implementatie van verbeterpunten uit evaluaties zorgen steeds voor verdere professionalisering van de crisisorganisatie. Daarnaast wordt ruim ingezet op preventie en preparatie om aan de voorkant crises te voorkomen. Hiervoor is ook een nieuwe regionale visie ontwikkeld. De poules zijn beter getraind en expertise wordt betrokken waar nodig. Effecten van incidenten worden door adequaat ingrijpen verder beperkt.
Met de transities is de gemeente verantwoordelijk geworden voor veel zorgtaken. Hierdoor kan de gemeente vaker partij zijn wanneer een crisis in het sociale domein zich voordoet.
In 2018 is door samenwerking van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost, Veiligheidsregio Brabant-Noord en Politie Oost-Brabant een programma terrorismegevolgbestrijding / extreem geweld gestart. Extreem geweld, waaronder terrorisme, is ook een nieuw thema in het geactualiseerde Regionaal Risicoprofiel 2019 VRBZO. Het programma wordt gedurende de komende beleidsperiode van de veiligheidsregio verder uitgediept.


9. Dienst Dommelvallei

De samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering en dienstverlening verloopt via de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Dommelvallei. Op basis van de vastgestelde begroting van Dienst Dommelvallei wordt financieel bijgedragen aan de dienst. Hierbij zijn ook aannames gemaakt met betrekking tot te realiseren efficiency. Omdat Dienst Dommelvallei geen eigen reserves heeft worden de risico’s van de dienst betrokken bij de risicowaarde van de drie deelnemende gemeenten.

Beheersmaatregel

Via een begroting, jaarrekening en rapportages (Dommelvallei) worden de ontwikkelingen periodiek en intensief gevolgd. Eventuele effecten kunnen rechtstreeks verwerkt worden in de eigen begroting. Daarnaast is sprake van deelname in het bestuur van Dienst Dommelvallei.
De risico's van Dienst Dommelvallei zijn, voor zover mogelijk, inzichtelijk gemaakt en beheersmaatregelen zijn geformuleerd.


10. Vennootschapsbelasting

Met ingang van 1 januari 2016 is de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen in werking getreden. Dit houdt in dat jaarlijks een fiscale aangifte moet worden ingediend. Eerst wordt een voorlopige aangifte gedaan, gevolgd door de definitieve.
In 2019 is de definitieve aangifte 2016 ingediend met een begeleidend schrijven aan de Belastingdienst. De ondertekening van de vaststellingsovereenkomst, die de belastingdienst per gemeente wil afsluiten, wordt nader afgestemd met B&W. In november 2019 is ook de definitieve aangifte 2017 ingediend.

Beheersmaatregel

Verdere vervolgstappen vooruitlopend op het oordeel van de belastingdienst op het afstemmingsverzoek kunnen nog niet worden genomen.


11. Inkoop en aanbesteding

De volgende risico's hebben betrekking op inkoop en aanbesteding:
1. Als gevolg van het niet juist hanteren van de aanbestedingsplicht kan een marktpartij rechtsmiddelen aanwenden tegen een gunningsbesluit. Dit leidt tot een vertraging met financiële en juridische gevolgen;

2. Niet rechtmatige inkopen kunnen bovendien leiden tot een afkeurende verklaring (rechtmatigheid) bij de jaarrekening. Hierdoor bestaat de kans op negatieve publiciteit;

3. Contracten kunnen stilzwijgend verlengd worden tegen ongunstige voorwaarden. Of door het niet bundelen van opdrachten worden besparingsmogelijkheden niet benut.

Beheersmaatregel

Na de inwerkingtreding van de Aanbestedingswet 2012 is bij de implementatie daarvan veel voorlichting gegeven, de procedure uitvoering beschreven en checklists opgesteld. Elke inkoop gebeurt in beginsel vanuit het principe materiedeskundige (beleidsambtenaar), inkoper (Bizob). Dit is afhankelijk van de inkoopwaarde en/of potentiële risico’s die met de inkoop gepaard gaan. Vragen kunnen aan Bizob en eventueel aan de juridische adviseur gesteld worden.

Inkoop en Aanbesteding is onderdeel van de verbijzonderde interne controle. Hierbij worden zowel procesgerichte (deelwaarneming) als gegevensgerichte (inkoopanalyse) controles uitgevoerd. Fouten en/of verbetervoorstellen worden teruggekoppeld.

Als gevolg van de gewijzigde EU-richtlijnen is de Aanbestedingswet 2012 gewijzigd. Op 18 juli 2017 is het inkoopbeleid, met inbegrip van het inkoophandboek en -procedures, vastgesteld. Daarbij zijn - overeenkomstig de landelijke en regionale lijn - de drempels voor de interne procedures vereenvoudigd waardoor het risico op het niet goed volgen van intern beleid verder is verkleind.


12. Fiscaliteit

De gemeente is aansprakelijk voor fouten in loonbelastingopgaves, Btw aangiften, opgave Btw compensatiefonds en de WKR. Bovendien kan de gemeente aansprakelijk worden gesteld voor belastingschulden van andere bedrijven op basis van inleners of ketenaansprakelijkheid.

Beheersmaatregel

Met het oog op de ontwikkelingen rondom 'Horizontaal Toezicht' met de Belastingdienst wordt er gewerkt aan een 'Tax Control Framework'. Dit betekent niet dat het risico komt te vervallen.


13. Beveiligingsincident

De Dommelvallei organisaties zijn informatie intensieve organisaties met een primaire focus op de dienstverlening. Deze organisatie kenmerken vragen om een betrouwbare en veilige informatievoorziening.

De IBD geeft in het dreigingsbeeld 2019-2020 duidelijk onderstaand signaal af, dat de kans op beveiligingsincidenten toeneemt.

“Inwoners en ondernemers moeten erop kunnen vertrouwen dat hun gegevens veilig zijn, dat de informatie die de gemeente uitwisselt met andere overheden betrouwbaar is en dat de gemeente zorgt voor een veilige leefomgeving. Betrouwbare informatie is de belangrijkste grondstof voor een gemeente om haar werk goed te kunnen doen. De risico’s van een slechte informatiebeveiliging zijn talrijk: privacy schendingen door een datalek, economische schade door het uitlekken van vertrouwelijke plannen, fysieke schade door storingen in systemen in de openbare ruimte. En informatiediefstal door criminele organisaties, met andere woorden ondermijning van gemeentelijke processen."

Beheersmaatregel

In 2015 hebben de vier organisaties (Geldrop-Mierlo, Nuenen, Son en Breugel en Dienst Dommelvallei) het informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld. In dit beleid wordt op strategisch en tactisch niveau beschreven welke uitgangspunten gelden ten aanzien van de informatiebeveiliging van de Dommelvallei organisaties. Dit beleid moet samen met de technische beveiligingsmaatregelen en de aandacht voor een goede houding en gedrag van medewerkers de risico’s verlagen.
Jaarlijks wordt de ENSIA zelf-audit uitgevoerd, de verplichte maatregelen voor DigiD en Suwinet zijn ingevoerd.


14. GGD Brabant Zuidoost

De Gemeenschappelijke Regeling GGD Brabant Zuidoost heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de publieke gezondheidszorg en de ambulancezorg. Op basis van de begroting wordt financieel bijgedragen.
Het onafgedekte risico, zijnde € 2.300.000,-, dient te worden op genomen in de eigen risicoparagraaf van de deelnemende gemeentes, herrekend naar de risicowaarde per gemeente.

Beheersmaatregel

Via de begroting, jaarrekening en rapportages worden de ontwikkelingen periodiek en intensief gevolgd. Eventuele effecten kunnen rechtstreeks verwerkt worden in de eigen begroting.
Daarnaast is sprake van deelname in het bestuur.


15. Algemene verordening gegevensbescherming

Overheidsorganisaties verwerken allerlei persoonsgegevens. Deze persoonsgegevens zijn vertrouwelijk en moeten goed worden beschermd. In de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die sinds 25 mei 2018 van kracht is, zijn hiervoor regels vastgesteld.
Ook de gemeenten en Dienst Dommelvallei moeten de AVG naleven. Doen zij dit niet, dan is de Autoriteit Persoonsgegevens bevoegd om corrigerende maatregelen te nemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een waarschuwing of een boete. De AP houdt bij haar beoordeling van de maatregel onder andere rekening met de aard, ernst en duur van de inbreuk, het aantal getroffen betrokkenen en de omvang van de door hen geleden schade.
De AP heeft inmiddels de eerste boetes opgelegd. Deze boetes dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn. De AP kan een overheidsinstantie een maximale boete van € 20.000.000,- opleggen.

Ook het niet melden van datalekken kan een boete tot gevolg hebben. Een datalek is het verlies of de ongeoorloofde toegang tot persoonsgegevens. Voorbeelden hiervan zijn het kwijtraken van een USB-stick, een tablet of een laptop waar persoonsgegevens op staan. Een datalek kan ook ontstaan wanneer er een mail met persoonsgegevens naar een verkeerde persoon wordt gestuurd. Datalekken moeten, afhankelijk van het privacyrisico, bij de Autoriteit Persoonsgegevens worden gemeld. Organisaties zijn verplicht een datalekkenregister bij te houden en aan te kunnen tonen welke maatregelen ze genomen hebben om de nadelige gevolgen van het datalek te beperken.

Beheersmaatregel

Via onder andere presentaties en intranet worden medewerkers continue geïnformeerd over de AVG en de gevolgen hiervan voor de eigen werkzaamheden. We hebben een verwerkingenregister waarin de verwerkingen van persoonsgegevens zijn opgenomen. Ook voeren we Data Protection Impact Assessments (DPIA’s) uit. Dit is een instrument om het privacyrisico van een beoogde gegevensverwerking voor betrokkenen in kaart te brengen. Daarnaast zijn we bezig om met onze verwerkers verwerkersovereenkomsten af te sluiten. Hierin staan afspraken over de maatregelen die verwerkers moeten nemen om de persoonsgegevens van onze burgers passend te beveiligen.

Verder hebben we een procedure Beveiligingsincidenten en datalekken, waarmee we borgen dat datalekken juist en tijdig worden gemeld en afgehandeld. In ons datalekkenregister houden we bij welke datalekken er zijn gemeld en hoe we deze hebben gedicht.

De gemeente heeft een privacybeheerder die ondersteunt en adviseert bij privacyvraagstukken. Daarnaast heeft de gemeente een Functionaris Gegevensbescherming (FG) aangesteld die er op toeziet dat de AVG wordt nageleefd.

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit
Incidentele weerstandscapaciteit Peildatum 1-1-2020
Primair Algemene risicoreserve 2.681.000 1
Reserve vrije bestedingsruimte 2.145.777 2
Secundair Algemene reserve 1.622.000 1
Stille reserves p.m.
Totaal incidentele weerstandscapaciteit 6.448.777
Structurele weerstandscapaciteit
Primair Post onvoorzien 72.000
Totaal structurele weerstandscapaciteit 72.000
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit 6.520.777
1 Stand 1 januari 2020
2 O.b.v. laagste stand meerjarenraming 2020-2023 na verwerking jaarrekening 2019.

Er is veel meer incidentele capaciteit beschikbaar dan structurele capaciteit. Dit is het aandeel dat in principe jaarlijks kan worden vrijgemaakt voor financiële tegenvallers. De incidentele capaciteit kan slechts eenmaal worden aangesproken en kan pas na aanvulling weer worden gebruikt om volgende tegenvallers te kunnen opvangen. Naast de onderverdeling structureel/incidenteel kan ook nog een onderscheid worden gemaakt in primaire c.q. secundaire buffers. In feite kunnen alleen de algemene risicovoorziening, het vrij aanwendbare deel van de reserve vrije bestedingsruimte en de post onvoorzien tot de primaire buffers worden gerekend. Deze zijn direct inzetbaar voor het afdekken van mogelijke risico’s, zonder verstrekkende gevolgen voor de begroting. De aanwending van de overige posten (secundaire buffers) heeft wel noemenswaardige consequenties (rentederving op de exploitatie, belastingtarieven verhogen).

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Er wordt uitgegaan van een gewenste minimale score voor de ratio weerstandsvermogen van ‘voldoende’ (ratio ≥ 1). Deze verhouding wordt bepaald door de volgende ratio:

Ratio weerstandsvermogen =

Beschikbare weerstandscapaciteit
Benodigde weerstandscapaciteit

De ratio weerstandsvermogen kan als volgt worden vastgesteld:

Ratio weerstandsvermogen =

€ 6.520.777 = 3,11
€ 2.098.794

Geconcludeerd kan worden dat het weerstandsvermogen van de gemeente met een weerstandsratio van 3,11 meer dan toereikend is om de risico’s op te vangen.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Kengetallen geven inzicht in bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen bijdragen aan het beoordelen van de financiële positie van de gemeente. De combinatie van de kengetallen geeft een indicatie over de financiële positie van de gemeente. Daarnaast bieden kengetallen de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken.

De volgende financiële kengetallen moeten in de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen worden:

  • netto schuldquote;
  • netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen;
  • solvabiliteitsratio;
  • grondexploitatie;
  • structurele exploitatieruimte;
  • belastingcapaciteit.

Uitgangspunten
Voor de kolommen realisatie is uitgegaan van de balans zoals opgenomen in de betreffende jaarrekening. De kengetallen voor de begroting 2020 tot en met 2023 zijn afkomstig uit de meerjarenbegroting 2020-2023.

Omschrijving Realisatie Begroting
2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Netto schuldquote 17% 4% 5% 38% 45% 46% 43%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 15% 1% 1% 35% 43% 43% 40%
Solvabiliteitsratio 67% 71% 77% 53% 52% 52% 53%
Grondexploitatie 38% 11% 2% 1% -7% -12% -12%
Structurele exploitatieruimte -2% 1% 1% 0% 1% 1% 2%
Belastingcapaciteit 82% 84% 85% 86% 86% 86% 86%

 

Hieronder volgt per kengetal een korte toelichting.

Netto schuldquote

De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).

De nettoschuldquote is in vergelijking met 2018 gelijk of lichtelijk gestegen. Hoe lager de nettoschuldquote is hoe beter. De nettoschuldquote is vrij laag en kan als goed worden bestempeld.

Solvabiliteitsratio

Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van de gemeente.

De financiële weerbaarheid van de gemeente kan met 77% als zeer goed worden bestempeld. Ten opzichte van de realisatie 2018 is er een kleine stijging zichtbaar. Dit komt doordat het balanstotaal kleiner is geworden ten opzichte van 2018.


Grondexploitatie

De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Indien gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor een (toekomstige) woningbouwproject hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de verkochte gronden kan immers de schuld worden afgelost. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten.

Zoals blijkt uit bovenstaande grafiek laat de grondexploitatie een forse daling zien. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de bouwgrond in exploitatie afneemt. Dit is een positieve trend, omdat hiermee de grondexploitatierisico’s aanzienlijk dalen.

Structurele exploitatieruimte

Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken.

In 2019 is de structurele exploitatieruimte 1%. Hiermee kan de structurele exploitatieruimte als voldoende worden bestempeld.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of ruimte is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven is een ijkpunt nodig. In dit geval landelijk gemiddelde tarieven.

Voor de gemeenten wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Naast de OZB wordt tevens gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing omdat de heffing niet kostendekkend hoeft te zijn, maar ook lager mag worden vastgesteld. Voor de provincies wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van het gemiddelde landelijke gehanteerde tarief voor de opcenten.

De belastingcapaciteit is met 1% gestegen naar 85%. Ondanks de stijging is de belastingcapaciteit behoorlijk lager dan het landelijk gemiddelde dat op 100% is gesteld.

Conclusie
Er is sprake van een forse geprognosticeerde verlaging van de grondpositie in de jaarstukken 2019. De Netto Schuldquote (incl. gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) is nagenoeg gelijk gebleven. Daarnaast draagt de verkoop van grond bij aan het continueren van de solvabiliteit en aan het verminderen van de grondexploitatierisico’s. Dit is tot uiting gekomen in het solvabiliteitsratio voor de realisatie 2019. Net als in de jaarstukken 2019 is de structurele exploitatieruimte 1%.