We heffen op grond van artikel 220 van de Gemeentewet twee directe belastingen op de onroerende zaken die binnen de gemeente liggen, de zogenaamde onroerendezaakbelastingen (OZB):
• Een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;
• Een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

De tarieven voor 2019 zijn bijgesteld aan de hand van de ontwikkeling van de nieuwe WOZ-waarden zodat er sprake is van een gelijkblijvende opbrengst. De inflatiecorrectie, areaaluitbreiding en de tariefaanpassing van 2,5% leiden tot een hogere opbrengst.

 

De opbrengst van de OZB is voor de woningen € 69.000,00 hoger dan geraamd, terwijl de opbrengst bij de niet-woningen € 12.000 lager is.

De baten van zowel riolering als afval zijn iets hoger uitgevallen dan begroot.